‘hundradh’, enzovoort nog 120 betekende) dat weliswaar zeer vernuftig is maar dat in het geheel niet meer in onze tijd past. Om een voorbeeld te geven: twintig = tyve en dertig = tredive (tot zover gaat het nog), vijftig = halvtredje sinde tyve en dat betekent: half-derde maal twintig, of te wel 2½ × 20). In de spreektaal verkort een Deen dit tot ‘halvtreds’. Evenzo zestig = tre sinde tyve (3 × 20), verkort tot ‘tres’. Zeventig = halvfjerde sinde tyve (3 ½ x 20), verkort tot halvfjerds.
In het officiële geldverkeer worden nu de algemeen-Skandinavische termen femti (50), seksti (60), enzovoort gebruikt. Deze termen zijn kunstmatig ontstaan.
Nog hopelozer wordt het in het Spokaans, waarin aparte telwoorden zijn tot en met veertien (‘erg’), waarna vijftien = erg-èr, zestien = erg-ten, enzovoort. Dit gaat zo door tot vijfendertig (‘tenergheferg’ = 2 × 14 + ½ × 14) waarna zesendertig een aparte naam heeft (‘rân’). U raad het al: zevenendertig = rân-èr. Gelukkig kunt u zich in Spokanië ook met Engels behelpen.
In schrille tegenstelling tot het hierboven genoemde staan niet alleen het Hongaars, Swahili en Esperanto, zoals de heer Nijveld schrijft, de meeste, zo niet alle Finoegrische talen - waartoe ook het Hongaars behoort - hebben een simpel systeem, zij het dat de getallen elf tot en met negentien vaak van rechts naar links gelezen worden, zoals het Fins: yksi, kaksi, kolme (1, 2, 3); yksitoista, kaksitoista, kolmetoista (11, 12, 13); kymmenen, kaksikymmentä, kolmekymmentä (10, 20, 30). Het allersimpelste voorbeeld heb ik bij het Permjaaks, ook een Finoegrische taal, kunnen vinden: etik, kik, kuim (1, 2, 3); das-etik, das-kik, das-kuim (11, 12, 13); das, kik-das, kuim-das (10, 20, 30)).
Helaas zijn de Permjaken, zoals alle Finoegrische volkeren behalve de Finnen en tot zekere hoogte de Hongaren, door de Russen opgeslokt zodat de Russische taal het Permjaaks in schaduw stelt.
R. Tweehuysen, Amsterdam.