Computertaal III
Om te voorkomen dat de geschiedkundige waarheid teloorgaat, merk ik het volgende op naar aanleiding van Gerton van Wageningen's aanduiding: ‘Al in 1970 heeft IBM een “Woordenlijst informatieverwerking” laten verschijnen’ (Onze Taal, oktober 1977, bladzijde 83).
a. Al in oktober 1959 heeft het Studiecentrum voor Administratieve Automatisering (thans: Stichting Studiecentrum voor Informatica/NOVI) een ‘Verklarende woordenlijst’ met ‘vaktermen met betrekking tot de administratieve automatisering’ laten verschijnen.
Voor hardware wordt daarin aanbevolen: bouwelementen. Apparatuur, dat er ook in voorkomt, heeft als Engels equivalent: equipment. Software heeft er nog geen plaats in. De zeer geslaagde vertaling met programmatuur is rond 1962 bij Philips te Eindhoven bedacht.
Bij computer staat: ‘Wanneer men het woord “computer” niet in de Nederlandse tekst wil laten staan, hangt het van het zinsverband af, met welk woord men “computer” zal weergeven. Men kan de keus maken uit: elektronische rekenmachine of rekenautomaat; elektronische machine voor verwerking van (administratieve) gegevens, informatron, informatie-automaat of elektronische administratiemachine dan wel administratie-machine; soms kan men volstaan met het eenvoudig door machine weer te geven.’
b. In november 1967 is de Nederlandse norm NEN 3386 verschenen onder de titel ‘Woordenlijst informatieverwerking’. Onder nr. A48 komt daarin voor: ‘Software - Programmatuur; Gebruiks- en werkmethoden’. Onder nr. A 43: ‘Hardware - Apparatuur’.
Onder nr. A27 staat: ‘Computer; Automatic computer - Computer; Rekentuig; Automatische rekenmachine’.
c. Computer (niet rechtstreeks afgeleid van ‘computare’, maar van het Engelse to compute) is een internationaal woord geworden. Zelfs het Franse ordinateur en het Duitse EDVA (Elektronische Datenverarbeitungsanlage) schijnen terrein te verliezen.
A.B. Frielink, Amsterdam.