Gehoorgestoord
In het oktobernummer schrijft de heer Bak over de moeilijkheden van een vertaler die met buitenlandse technische litteratuur worstelt. Het is een boeiend stuk. Mogen wij over één onderdeel een paar opmerkingen maken? Onder punt 3 schrijft hij over de samenstellingen van zelfstandige naamwoorden met bijvoeglijke naamwoorden/voltooide deelwoorden. Uit het streepje blijkt, dat hij deze samenstellingen als één soort beschouwt. Vuurvast en watergekoeld stelt hij op één lijn. Hij acht ze beide geoorloofd. Verderop zegt hij dan, dat mede naar analogie van zuiver Nederlandse termen als doodgeboren, langverwacht e.d. konstrukties tot stand zijn gekomen als milieubewust, plaatsgebonden, handgeweven en gehoorgestoord. Als nieuwe woorden van deze soort noemt hij verder o.m. gyrogestabiliseerd en precipitatiegehard, die hij niet onnederlands acht.
Wij hebben ons afgevraagd, of het wel juist is al deze vormingen op één lijn te stellen. Er is verschil tussen:
1. de samenstellingen van zelfst. naamwoord plus bijvoeglijk naamwoord,
2. die van zelfstandig naamwoord plus verleden deelwoord,
3. die van bijvoeglijk naamwoord (of bijwoord) plus verleden deelwoord.
De eerste soort is altijd mogelijk en ook o.i. toelaatbaar. Er zijn tal van oude en nieuwe voorbeelden van: doelbewust naast milieubewust, milieuvriendelijk, bloeddorstig, autovijandig, wereldgelijkvormig, brandveilig, zeewaardig, hittebestendig enz. enz. Haalt men de samenstellingen uit elkaar, dan moet men allerlei voorzetsels gebruiken om de betekenis aan te duiden: bewust van, vijandig tegen, gelijkvormig aan, vriendelijk jegens, dorstig naar.
Maar dat hindert niet, iedereen begrijpt wat er bedoeld wordt. Een aparte groep vormen de woorden waarin een vergelijking gemaakt wordt: sneeuwwit is wit als sneeuw. Maar nu de samenstelling van een zelfst. naamwoord met een verleden deelwoord. Wij menen, dat ook nu nog tegen dit soort van samenstellingen over het algemeen bezwaar bestaat. Een heel enkele is sedert lang ingeburgerd, bijv. noodgedwongen, misschien ook bloeddoorlopen. Maar als men precipitatiegehard aanvaardt (waarom zegt men niet door precipitatie gehard in drie woorden, dat is toch nauwelijks langer?), moet men ook tal van andere, gelijksoortige vormingen accepteren. B.C. Damsteegt heeft er in Onze Taal van juni/juli 1973 al mooie voorbeelden van gegeven. Mogen wij er nog enkele aan toevoegen? De tangverloste moeder met haar borstgevoede kind, het winkelgekochte pak, de oliegestookte kachel, de kasgekweekte groente, het mesgestoken slachtoffer, de hagelgeschoten haas. Dat zulke woorden, die waarschijnlijk naar analogie van Engelse voorbeelden zijn gevormd, goed Nederlands zouden zijn, wil er bij ons