Vijflettergrepig
Op bovenstaand woord wordt de aandacht gevestigd in Onze Taal, september 1977, pag. 76. Het heeft de merkwaardigheid een eigenschap uit te drukken, die het woord zelf bezit. Van zulke woorden zijn er wel meer: nederlands is een voorbeeld, en als men buiten onze taal gaat, woorden als français en dreisilbig. Misschien is het minder bekend dat dergelijke woorden van betekenis zijn geweest voor een der paradoxen die in het begin dezer eeuw mede oorzaak waren van een crisis in de logica en de verzamelingsleer.
Een woord met bovengenoemde eigenschap noemt men autologisch, de andere bijvoeglijke naamwoorden heten heterologisch. Door deze definitie is de verzameling der bijvoeglijke naamwoorden verdeeld in twee klassen. Het woord heterologisch is zelf een bijvoeglijk naamwoord. De vraag kan rijzen tot welke klasse het behoort, Autologisch is het niet want dan zou het heterologisch zijn, maar dat is het evenmin want dan was het autologisch. De paradox is verwant aan die van de dienstplichtige kapper die de opdracht krijgt al die soldaten van het bataljon te scheren die geen zelfscheerder zijn. Moet hij zichzelf wel of niet scheren?
O. Bottema, Delft.