Overhandigen, een unicum?
Ik heb hem zelf de brief overgegeven. Of ook: overgereikt. Maar niet: overgehandigd. Waarom moet het (althans heden ten dage) zijn: overhandigd, terwijl over hier toch precies dezelfde betekenis heeft als in de vorige twee gevallen (Zie ook óverdragen, óvermaken, etc.)? Zou dit verschil soms liggen aan het suffix -ig, dat altijd een accentverschuiving teweegbrengt (aándacht, aandáchtig, hoógmoed, hoogmóedig)? Maar het WNT leert ons dat vroeger, naast overhandigen, ook een werkwoord overhanden bestond en dat dit werkwoord eveneens op het grondwoord beklemtoond werd. Ik zou geneigd zijn de verklaring te zoeken in het feit dat geven, reiken, dragen, maken, etc. werkwoorden zijn, terwijl handen niet als werkwoord en handigen in het geheel niet bestaat. Een hypothese, meer niet.
P. Brachin, Parijs.