Het Normalisatie-instituut plaatst ook nog enige ‘Opmerkingen’.
‘Opmerking a: De norm bedoelt niet een inbreuk te maken op het gewone spraakgebruik.’
‘Opmerking b: Voor het uitspreken van telefoonnummers volge men de door de PTT verstrekte aanwijzingen.’ Welke aanwijzingen verstrekt de PTT? Ik citeer het normalisatieblad NEN 2132, punt 7:
‘a) nummers van 2 cijfers: volgens spraakgebruik, dus 59 uitspreken als negenenvijftig....
b) nummers van meer dan 2 cijfers:.... de cijfers noemen van links naar rechts met de klemtoon op het laatste cijfers van elke groep, dus 268 uitspreken als tweé, zesácht, 4426 als vierviér, tweezés.’ Dus, concludeer ik: 38 56 24 als: drieácht, vijfzés, tweeviér. En niet: achtendertig, zesenvijftig, vierentwintig.
De PTT geeft dus dezelfde normen als het Nederlands Normalisatie-instituut: geen getallen noemen bij het mondeling meedelen van telefoonnummers, maar de cijfers van links naar rechts. En daar gaat het om. 77 60 43 moet worden gezegd volgens
a) het Normalisatie-instituut: zeuven zeuven zes nul vier drie.
b) de PTT: zeuvenzéuven, zesnúl, vierdríe.
En niet: zeuvenenzeuventig, zestig, drieënveertig.
Bestaat er een internationale organisatie op het gebied van de telefonie en, zo ja, geeft deze aanwijzingen, bepalingen, adviezen omtrent het noemen van telefoonnummers? Ja. Deze organisatie heet ‘Comité Consultatif International Télégraphique et Téléphonique, C.C.I.T.T. Geeft dit C.C.I.T.T. aanwijzingen? Ik citeer weer het normalisatieblad, punt 7:
‘De internationale bepalingen laten uiteraard de landen vrij in de wijze van noemen onder normale omstandigheden, doch geven aan dat bij moeilijk verstaan de telefoonnummers cijfer voor cijfer genoemd dienen te worden.’ In de personeelskrant van de PTT wordt mijn artikeltje voor een goed deel letterlijk overgenomen. Daarna volgt een stuk eigen tekst van ‘Aangetekend’. Ik citeer:
‘Omdat wij ook wel eens wilden weten hoe de spellingsvork in de steel zat hebben wij gebeld met een aantal 008-informatiezalen in het land. Wij legden de dames daar de vraag voor: Hoe geeft u een telefoonnummer op? Er blijken op dit gebied inderdaad voorschriften te bestaan al dateren die uit een niet meer zo recent verleden. Het voorschrift luidt: Bij het oplezen van een telefoonnummer moet dat cijfer voor cijfer gebeuren, waarbij de klemtoon valt op het tweede cijfer van elk tweetal (de telefoonnummers zijn in de gids in groepjes van twee ingedeeld ter wille van een betere leesbaarheid). In de praktijk wordt echter vaak van dit voorschrift afgeweken, omdat de telefoongebruikers daarom vragen.’
Mag ik met alle respect zo vrij zijn dit laatste te betwijfelen?
Sprekend uit eigen ervaring en die van vele anderen, zou ik de laatste zin eerder zo formuleren: In de praktijk wordt van dit voorschrift bijna altijd afgeweken, maar soms wordt het gevolgd omdat de telefoongebruikers daarom vragen.
De conclusie waarmee ik mijn eerste artikeltje ‘Telefoonnummers’ in Onze Taal heb besloten, heb ik nu als volgt veranderd:
In het Nederlands moet men bij het noemen van het telefoonnummer 38 56 24 niet zeggen: achtendertig, zesenvijftig, vierentwintig, maar: drieácht, vijfzés, tweeviér.
Het eerste spraakgebruik is verkeerd, het tweede is goed, want het is:
a) veiliger
b) zuiniger
c) mogelijk gemakkelijker te onthouden
d) overeenkomstig het voorschrift van de PTT zelf
e) in de geest van de normen van het Nederlands Normalisatie-instituut en de aanbevelingen van het C.C.I.T.T.
Voorstel: Zou de directie van de PTT misschien in overweging kunnen nemen allen die bij de PTT werkzaam zijn, vooral de dames van 008, dit haar eigen voorschrift in herinnering te brengen en het meer bekendheid te geven bij het publiek? Via de TV bijvoorbeeld?
Ten slotte. Is het de moeite waard aandacht te besteden aan het spraakgebruik bij het noemen van telefoonnummers?
In Nederland worden gemiddeld per dag tien tot twaalf miljoen telefoongesprekken gevoerd door vier miljoen abonnees. Afgezien van de interne gesprekken in grote en kleine bedrijven. De telefoongids van Philips vermeldt alleen voor Eindhoven ruw geteld ongeveer 25.000 nummers. De 1500 medewerksters van 008 verwerken per dag ongeveer 73.000 aanvragen.
Een verkeerd spraakgebruik bij het noemen van telefoonnummers - natuurlijk ook van alle overige soorten getallen - heeft soms noodlottige gevolgen, leidt vaak tot communicatiestoornis en ergernis en is altijd verspilling van tijd en - op den duur - van heel erg veel geld.
Het antwoord op onze vraag is dus: ja.
J.G.G.M. Smits van Oijen, Leende.