Twee werelden - twee talen
De sociale wetgeving is, met de Deltawerken, een van de paradepaardjes der Nederlandse samenleving. Bij de toepassing ervan, in ambtelijke taal de tenuitvoerlegging geheten, komt uiteraard veel taalgebruik te pas. Vooral bij de moeilijke gevallen wordt veel geschreven: het slachtoffer (eerst van een ongeluk, daarna van de wet) schrijft een brief, de maatschappelijk werker een rapport, de medicus een diagnose, de Raad van Beroep een uitspraak. Al die stukken gaan over dezelfde menselijke ellende, maar ieder beschrijft die in zijn eigen taal. En wie dan alle stukken op een rijtje ziet, kan haast niet meer geloven dat het om dezelfde mens in moeilijkheden gaat. Wie ziet bij de volgende medische beschrijving nog een levend wezen voor zich, dat om hulp vraagt? De koele klinische termen werken inderdaad bacterie- en levendodend
‘Bij lich. onderzoek: cf. leeftijd, niet ziek; interne organen g.b.: neurol.: hypaesthesie hele li. lich. helft; zwakke KPR beiderzijds; geen pathol. refl. of clonus; musculaire astrofie re. bovenbeen en li. arm; vrij redelijke motoriek en kracht, arthrol.: g.b. CWK g.b.; LWK: anteflexie matig beperkt, zijd. bew.: normaal; ADL normaal in uit- en aankleden.’
Zijn alle afkortingen kenmerkend voor de haast waarmee zo'n geval behandeld wordt, voor het gebrek aan tijd die beschikbaar is voor de te onderzoeken patiënt?
Heel wat levensechter is dan de taal van de patiënt. Hij schrijft minder efficiënt, minder geleerd en met heel wat fouten. Maar hij is wèl meer in staat een beeld van de sociale werkelijkheid op te roepen dan de antiseptische medische schrijver.
‘Met den meest verschuldigden Eerbied, kom ik met een innige bede tot U, Hooggeachte President der Rechtbank, en hoop dat het U moge behagen, mij Raad en bijstand te mogen verlenen, dat ik arme ziekelijke persoon tot mijn recht komt.
Hoe is het mogelijk, ik lig in het ziekenhuis thans nog en de Raad van Beroep zegt, U bent niet ziek, waarom lig ik dan in het ziekenhuis? Waarom wordt ik al die maanden behandelt, de Specialist staat in mijn geval voor een Raadsel, hoe het mogelijk is, dat deze beslissing is genomen. Je ligt in het ziekenhuis en uitspraak U bent niet ziek. Hooggeachte Heer President. Ik kom vertrouwensvol tot U, ik heb nooit iemand ten laste gekomen, toen ik gezond was heb ik gewerkt, ik ben kostwinnende Zoon mijner Ouders, Wat moet ik doen, om tot mijn Recht te komen, Geeft het dan geen Recht meer in ons kleine Land, Wie kan mij nog helpen, Onze Geliefde Koningin, waar is nog recht te vinden, voor een arme werkman, was ik gezond ik zou niet komen bedelen om hulp, maar werken, daarom kom ik in volvertrouwen tot U, wat kan ik thans nog doen? en zie Uw antwoord tegemoet, en zeg mijn dank van ganser harte vooruit, en zal deze Raad die U mijn thans geeft, nooit en nimmer vergeten.’
Voor de goede orde zij hier nog vermeld, dat beide hierboven geciteerde teksten echt en uit 1976 zijn; ook de laatste.
A.J. Vervoorn, Eindhoven