Stad huis en townhall
Vóór de oorlog schreven wij: invoerverbod, vloerkleed, kauwgom, tafeltennis. Aan de overzijde van het Kanaal schreef men toen: import stop, floor carpet, chewing gum, table tennis.
Nu, in de 70-er jaren, lees ik in rapporten van jonge academici over: invoer verboden, bodem bewerking, olie produktie en wie weet krijgen we binnenkort nog aandeel houders met of zonder stem bevoegdheid. Wij hebben al een ‘Advies Raad’ voor de ontwikkelingssamenwerking. Wordt dat straks: ontwikkelings samenwerking?
In het engelse taalgebied was het samentrekken van twee zelfstandige naamwoorden, waarvan het laatste door het eerste wordt gekwalificeerd, niet nieuw: gunsmith, Dutchman, hailstorm en cockpit bestonden reeds lang.
Ik heb echter de indruk, dat althans in Engeland de neiging tot samentrekking van deze woorden in de laatste jaren toeneemt en zou graag van een letterkundige aan gene zijde van het Kanaal willen horen of deze indruk juist is en of men daar inderdaad de richting uitgaat van: importstop en exportpromotion.
Hebben de taalgebieden elkaar kruiselings beïnvloed en zijn zij op weg om stuivertje te wisselen wat betreft het al of niet samentrekken van zelfstandige naamwoorden? En hoe staat het hiermee in Duitsland? Het Duits is, zoals bekend, bijzonder sterk in het samentrekken van hele reeksen zelfstandige naamwoorden. Is daar soms ook een kentering te bespeuren?
A.G. Jonker, San José, Costa Rica