Meewerkend voorwerp
W. van der Kraan signaleert in Onze Taal van april/mei 1976 een aantal gevallen waarin het meewerkend voorwerp wordt behandeld als een onderwerp (‘De heer en mevrouw Jansen worden verzocht’), en noemt als oorzaak van het verschijnsel ‘het onvermogen om een meewerkend voorwerp te onderkennen wanneer het niet voorzien is van een voorzetsel’.
Over die oorzaak heb ik een andere mening: de taalgebruiker geeft zich mijns inziens onvoldoende rekenschap van de betekenis van de gebruikte werkwoorden. Opnieuw de voorbeelden van Van der Kraan:
- De hoge gasten werden uitgeleide gedaan.
Wie bewust het werkwoord doen gebruikt, realiseert zich dat ‘de hoge gasten’ nooit object daarvan zijn; men kan iets doen, nooit iemand.
- De geruchten werden nieuw leven ingeblazen.
Waar zouden die geruchten dan wel ingeblazen moeten worden?
In het leven?
- Suriname rest nog drie weken.
Ik vind dit niet fout. ‘Drie weken’ mag wat mij betreft als enkelvoud worden behandeld; men zou ook kunnen zeggen drie weken is te weinig.
- De verwachtingen werden de bodem ingeslagen.
Een erg duidelijk voorbeeld. Wie deze zin formuleert, heeft een beeld voor ogen waarbij bepaalde zaken (in dit geval verwachtingen) ‘in de grond getrapt’ ofwel ‘de bodem ingeslagen’ worden.
Men geeft zich geen rekenschap van de betekenis van het werkwoord ‘inslaan’ (men verwart het namelijk met ‘in......slaan’), en de verwisseling van meewerkend voorwerp en onderwerp is een feit.
Drs. B.Q. Voors, Doetinchem