De taal van de ondertiteling bij onze t.v.-films ontwikkelt zich tot een soort Subnederlands. Want hoewel veel uitdrukkingen alleen maar plat of vulgair genoemd kunnen worden, toont het gewilde overmatig gebruik daarvan in combinatie met een nieuw soort slang aan, dat men aanstuurt op de schepping van een taal die wij Subnederlands wensen te noemen. Kenmerkend daarvoor (maar niet in eenzaamheid) is de ondertiteling bij ‘All in the family’. Enige voorbeelden: old people - ouwe lijken, it nearly fell on my head - 't lazerde bijna op m'n harses, now I want to drink beer - nou wil ik bier zuipen. Nog plattere vertalingen zullen we u besparen. Het komt erop neer, dat de Amerikaanse tekst, die heus niet voor een ouderwetse jongedamesschool geschreven is, ongeveer 20 procent van de grofheid van de vertalingen heeft. Voorbeelden van het nieuwe slang, al of niet met een platte associatie: wat kijk je pissig; ik had even last van gekte.
Als de vertalers, wier leeftijd wij tussen de 16 en 25 jaar schatten, denken dat ze met literatuur van deze aard een sociaal doel bereiken, nl. het verstaanbaar maken van de tekst voor zoveel mogelijk Nederlanders, verrichten ze monnikenwerk. Want de meerderheid van het Nederlandse volk spreekt fatsoenlijker dan hun teksten, en, zoals uit de originele tekst valt waar te nemen, de meerderheid van het Amerikaanse volk ook.
Wel, de taal evolueert immers? Jawel, maar je kunt ook proberen haar te laten verloederen.
Sommige journalisten achten het niet voldoende, van min of meer spectaculaire gebeurtenissen verslag te geven in evenredige bewoordingen. Ze doen er een schepje op. En dat is jammer, want het maakt hun verslag minder geloofwaardig. Na een bijzonder hevige wolkbreuk boven Rotterdam meldde een dagblad: ‘De schade loopt in de talloze miljoenen.’ De vraag is: wat is talloos als je het over miljoenen hebt? Een miljard wordt door de gemeenschap tegenwoordig gemakkelijk uitgegeven, en daarin zitten nog maar duizend miljoenen, dus zeker geen talloze. Bij honderdduizend miljoenen willen we wel van talloze spreken, maar dan zijn we al aan de honderd miljard, en niemand gelooft dat de schade in Rotterdam groter is dan onze hele rijksbegroting.
En toen mevrouw Mini van der Heijden in haar tuintje in Pijnacker zat te zonnebaden, liet een oud Duits kanon, dat op 700 meter afstand van dat tuintje gedemonteerd moest worden, een nog intact zijnde granaat los, die op haar dak terecht kwam. Dat is me natuurlijk wel even wat. Mevrouw Van der Heijden schrok geweldig van de vreselijke knal, die we ‘oorverdovend’ plegen te noemen. Maar de krant sprak van een ‘trommelvliesverscheurende’ knal. En dat was een medisch niet verantwoorde term, want van hardhorigheid, kenmerk van een trommelvlieskwetsuur en wel te onderscheiden van de kortstondige ‘oorverdoving’, is ook in het gesprek, dat die krant kort daarop met haar had, niets gebleken.
Als bij een vechtpartij iemand enige stevige klappen oploopt, wordt hij in deze stijl al gauw als ‘in elkaar geslagen’ beschreven. Maar we schrokken toch wel toen we lazen, dat twee Amsterdammers bij een Haagse bar ‘volkomen in elkaar geslagen’ waren. Stelt u zich eens voor: een volkomen in elkaar geslagen mens, dat moet een vreselijk gezicht zijn. Over hetzelfde geval meldde een ander blad, dat de volkomen in elkaar geslagenen op een politiebureau aangifte hadden gedaan. De wachtcommandant moet wel gedacht hebben: wat komt dáár nu binnen!
't Is jammer van de inspiratie, maar te stoere taal schiet het doel voorbij.
Mr. M.C. Godschalk.