Tennis I
Wat de sporttermen aangaat, Prof. Valckenier Suringar schreef, dat hij bij het tennissen van het begin af Nederlandsche woorden had gebruikt, zonder opzien te baren, maar ook: zonder navolging te vinden. Voor: ‘serve’ (gewoonlijk ‘surven’ uitgesproken) gebruikte hij: inspelen (ik speel in; speel! of: speel in!); voor ‘deuce’: duivels of gelijk om (vele spelers, schreef hij, weten niet wat ‘deuce’ beduidt, spreken het verkeerd uit en vinden ‘duivels’ niet netjes). Voor love zeide hij eenvoudig: nul.
Op het gebied van sport, gaat hij door, is nog veel te verbeteren; er heerscht bij de Nederlanders een sterk minderwaardigheids-complex t.o.v. hun taal en gewoonten!
Het is inderdaad misschien wel mogelijk om de vreemde woorden uit de sport te bannen - in het voetbal is dit reeds geschied - maar voorloopig houden we ons aan de in schijn vernederlandschte woorden.
(Onze Taal 1933, blz. 15)