bij de selectie. En waarom zakken er zoveel? ‘Ze struikelen op de Nederlandse taal en algemene ontwikkeling. We raden ze aan daarom eerst een half jaar een cursus te volgen en dan terug te komen.’
Voor het leerboek Nederlands voor buitenlanders als het over de uitspraak van de e gaat, het woord: reservegeldrenteberekening. □ ‘Visie, aldus mr. J.L. Heldring NRC 11-10-74, is een van die woorden die telkens in politieke discussies opduiken. Meestal in deze zin dat de tegenstander gebrek aan visie wordt verweten. Dat is een volslagen hol verwijt, want op zichzelf betekent visie niets. (...) Kortom, visie is, zonder nadere bepaling, allemans gading; een stoplap die gebruikt wordt wanneer argumenten ontbreken.’ □ Over filevorming gekijf; er zou niet voor vorming gewaarschuwd moeten worden maar voor het resultaat, namelijk de file. Wie weet. De Staatscourant kent o.a. de gewestvorming, de besluitvorming en de beleidsvorming. □ Gewone mensen mogen het ook wel weten. Daarom een aanhaling uit het A'damse universiteitsblad Folia Civitatis 7-9-74: ‘Er zijn weinig zaken, die op de universiteit zo gecultiveerd zijn en een dergelijke graad van perfectie bereikt hebben als het taalgebruik tijdens vergaderingen in bestuursorganen. Voordat men het weet, zit men er midden in: in het geleuter.’ □ Een mediathekaris zal iemand zijn die artikelen enz. uit media rangschikt, opslaat en uitdeelt. □ De Journalist 1-10-74 heeft onthuld dat een journalist op het allerlaatste moment een enorme taalfout in de troonrede heeft kunnen tegenhouden: er stond in de eerste zin vergt als gezegde van opbouw en behoud en het moest natuurlijk vergen zijn. □ En ‘lullig’, of we dat nu leuk vinden of niet, is knap op weg met een nabootsing van de geschiedenis van dat zelfde woord leuk (mutatis metante, gelijk het Simplisties Verbond dat zegt), waarvan nog in 1916 hoogst officieel in het Woordenboek Ned. Taal (VIII, 1, 1686) moest worden gezegd dat het in de betekenis van
‘aardig, vroolijk, grappig’ alleen ‘bepaaldelijk in de gemeenzame taal in Holland voorkomt’. En dat is maar 60 jaar geleden, twee generaties: vader en grootvader. □ Gelijk Kronkel in Het Parool 23-10-1974 met de volgende mistroostige dialoog van een moeder (zeg 40) en een dochter (zeg 16) bij een tramhalte. ‘Tja, ik had je ook wel een echte Hollandse naam kunnen geven. Als ik vooruit geweten had wat je nou zou zeggen, had ik je bij voorbeeld Keetje genoemd.’ ‘Keetje is maf,’ zei de dochter. ‘Sandra vin je ook maf. Maar toen ik je Sandra noemde leek dat leuk. Sandra. Dat was een leuke naam, toentertijd. Nou niet meer, zeker. Wist ik dat? Ik kon toch ook niet in de toekomst kijken?’
Moeilijk blijft het, altijd, of het nou toekomst is of heden. Neem de Volkskrant 29-10-1974 die over een radioprogramma schrijft dat ‘de persbureauwoorden vertaalt op gespreksniveau. Deze methode verheldert de code van het officiële nieuws, maar heeft meteen ook het gevaar van vervallen in geouwehoer of groenteboerenklets.’ □ Nog afgezien van het een na laatste zelfstandig naamwoord. Het laatste woord (in een volkskrant) discrimineert ondubbelzinnig. Zie ook Van Dale onder kruidenier. □ Een prachtige tekst (tot voor kort) in de krantenhal van het CS A'dam bij de afdeling gewaagde bladen met mooie voorprenten: ‘Heren, kunt u de dames op dezelfde plaats terugleggen? Dank u.’ □ Die koffer kan niks meer bij. Hoe zou het anders moeten? Toch niet: bij die koffer kan niks meer. □ Vakbond zal wel jonger zijn dan vakvereniging. Het WNT signaleert ze onderscheidenlijk in 1894 en 1872. □ Mooi, voor woordenboekmakers: mooi in de fout; mooi in de boot; mooi in het schip. □ De juiste tekst van Colijns geruststelling is: ‘Ik verzoek de luisteraars dan ook wanneer zij hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als zij dat ook andere nachten doen.’ □ Na reservegeldrenteberekening mag recherchechef er ook zijn. □ Petat, ieder nederlander bekend uit de belgenmoppen, komt voor in een ingezonden stuk in Folia Civitatis 2-11-1974: ‘De zinsnede in de doctoraalbul... ut summos in hac Facultate honores petat... met of zonder lof, is voor de niet-latinist alleen herkenbaar in associatie met de friteskraam.’ □ Ook Den Haag West vraagt nu per advertentie een remedial teacher. □ Recycling: overwogen is ook riezijkeling, herkauwing en herfietsing. □ Een stelling bij een Amsterdams proefschrift in
februari 1975: ‘Het herhaaldelijk opduiken in de politieke sfeer van de namen Constance, Liesbeth, Pien en Katrien kan niet worden beschouwd als het in meer gepopulariseerde en onschuldiger vorm weerkeren van de dagen van Madame de Pompadour. Bedoeld verschijnsel bevestigt slechts de huiselijkheid van de Nederlandse volksaard.’