voet’ is namelijk een van nature veel minder scherp afgebakend geheel dan ‘het gebit’. Heeft iemand voetklachten, dan kunnen deze zijn hele houding beïnvloeden, en dan ook zeer wel bijvoorbeeld in de wervelkolom tot uiting komen. Dekking tegen klachten op orthopedisch gebied bestrijkt dus een zeer wijd, zij het een zeer specifiek gebied van het lichaam. De verzekeraar wenst hier tegenover te stellen een vergelijkbare algemene dekking voor klachten op het eveneens zeer specifieke kaakgebied. Evenzeer een gebied, waar dikwijls kostbare behandelingen nodig zijn. Hij kan zich dan echter niet de grens laten voorschrijven door de zo strikte omlijning van kiezen en tanden, waar het begrip ‘orthodontie’ wel aan gebonden is! Heeft de verzekerde iets aan zijn kaak zelf, dan wil hij hem ook helpen, maar de kaak ligt buiten de grens van het begrip gebit.
Met zijn ‘kaak-orthopedie’ wilde de auteur dan ook helemaal niet ‘de voet’ introduceren, maar alleen de vagere omlijning van het begrip ‘orthopedie’, die hij in het begrip ‘orthodontie’ (van nature) niet vinden kon!
Belangwekkend is voor mij de gecompliceerdheid van de achtergrond, die deze ‘fout’ blijkt te hebben. Het nauw samenspel van factoren, die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken schijnen te hebben. Het roept het beeld in mij op van Scylla en Charybdis uit de oud-Griekse verhalen: door de onberekenbare zeestromingen in de zee-engte, die door deze beide rotsen werd begrensd, liepen de schepen voortdurend de kans op een van beide te stranden. Ook op onze reis lagen Scylla en Charybdis op de loer! Door de wisselende stromingen was ook op onze tocht het uitzicht steeds weer anders:
Was het wel een probleem voor Onze Taal? Het gaat om louter Griekse termen. Gaat het wel om Griekse termen? Gaat het uiteindelijk niet om anatomie?
Al is het misschien niet zozeer een fenomeen voor Onze Taal zo is het toch in elk geval een fenomeen van ons Nederlands, en zijn wij er zo toch allemaal weer bij betrokken. Want ‘kaakorthopedie’ verscheen ons als onderdeel van een stuk Nederlandse proza en is als zodanig een - zij het ook vals - element van onze taal.
Dr. P.J. Kipp, Utrecht.