van liggen. Wat anders is het misschien met accenten die op een verkeerde woordafleiding berusten. Zo horen we in die nieuwsdiensten ook, dat er óverleg wordt gepleegd. Een uitvloeisel van de bekende verwarring van overléggen met óverleggen, die anderzijds tot uiting kwam in de zelfs in overheidsstukken voorkomende fout: bij uw aanvraag moet een uittreksel uit het bevolkingsregister worden overlegd. En ook wordt er nu en dan ergens een óntvangst gehouden, soms zelfs in óns land, zonder dat er een vergelijking met een ander land in het spel is.
De wetenschap van de statistiek wordt schromelijk onderschat, niet door levensverzekeraars, maar wel door b.v. sportjournalisten. Wat die onbelangrijk vinden schuiven ze af naar de statistici; misschien dat die er nog iets aan hebben. Zoals: ‘Dat Feyenoord in de laatste minuten nogmaals scoorde, was alleen voor de statistiek van belang.’ En: ‘Dat Jansen in zijn laatste beurt 30 caramboles bijeentikte, was alleen nog van betekenis voor de statistiek.’ Zouden die journalisten nu werkelijk denken, dat de statistici blij zijn met de hun toegeworpen brokjes en zich hongerig storten op het wetenschappelijk opstellen en analyseren van het aantal gemaakte goaltjes en caramboles?
En dan zwijgen we nog over de makers van de verwaarloosde doelpunten. Voor hen waren ze wél van belang, in weerwil van de clichés van de sportjournalistiek.
Het is een goede journalistieke regel dat iemand, die van een delict verdacht of wegens een delict veroordeeld wordt, alleen met zijn initialen wordt aangeduid. Publiciteit moet geen bijkomende straf zijn. Met het slachtoffer van het misdrijf staat het anders; hem kan immers dat delict niet verweten worden. Daarom kan zijn naam voluit gepubliceerd worden.
Dat is de theorie. Ervan afgezien, dat het slachtoffer ook wel eens een stukje of een stuk van de schuld heeft, kan die theorie tot merkwaardige consequenties leiden en zichzelf zelfs tot een paskwil maken. Eén geval: in een dagblad lazen we onlangs, dat in het dorp... de 42-jarige Piet S. zijn 50-jarige broer Karel Salier met een jachtgeweer had doodgeschoten...
‘Inhoudelijk’ en ‘bestuurlijk’ zijn prachtige woorden. ‘Ruimtelijk’ ook, maar dat is al ‘ingeordend’. We vinden ze volkomen onnoodig, die woorden, maar wel mooi. Vergelijkt u maar eens: bestuursvoorschriften - bestuurlijke voorschriften, bestuursniveau - bestuurlijk niveau, ruimte-ordening (of ordening van de ruimte) - ruimtelijke ordening, qua inhoud (of naar de inhoud) - inhoudelijk (inhaltlich).
Laten we de groei van ons jargon koesteren. En meteen maar een paar suggesties doen: begrippelijk (wel te onderscheiden van begrijpelijk) insprakelijk, en - doorgaande op inhoudelijk -: omtrekkelijk, oppervlakkelijk (qua oppervlak, dus te onderscheiden van oppervlakkig).
Een radiodiscussie over abortus betrof o.m. de vraag, of de overheid zich in deze kwestie moet onthouden.
Als de overheid zich onthoudt zal zij tenminste geen abortus nodig maken.
En nog wat gemengd nieuws uit onze massamedia: ‘Volgens mr. Marijnen wordt op een besluit van B en W in principe niet teruggekomen, mits nieuwe elementen worden aangedragen, die voorheen niet in de discussie werden betrokken.’ - Bij mits en tenzij altijd even nadenken.
‘De op de railsen gevallen bladeren gaan snel rotten, waardoor een gladde vette laag ontstaat die het op snelheid komen van vooral snel materieel bemoeilijkt.’ - Die ‘railsen’ doen de kinderjaren voor ons herleven.
‘Om dit optreden bij te wonen moet men wel een rijksdaalder neertellen.’ - Nou, dat is gauw gebeurd: tellen tot één. Langer kán het duren als men f 2,50 moet neertellen.
‘Voor de respectievelijke diensten gelden de tarieven, die recent zijn vastgesteld.’ - Bijwoord en bijvoeglijk naamwoord, vooral bij bastaardwoorden een bron van ellende. Een quizleider tot een Hongaars echtpaar, dat in 1956 naar België is gevlucht: ‘U spreekt thuis dus Hongaars. Maar spreekt u ook Belgisch?’ - Niet na te gaan of dat ernstig bedoeld was, maar je weet 't nooit. De Hongaar antwoordde: ‘Ja, Vlaams.’
Aardig was het volgende in een radiogesprek: ‘Ik praat nu over 't vraagstuk in z'n algemeniteit.’ - Waartoe de totaliteit ons niet kan leiden!
Mag het even, een Engels grapje op taalgebied? ‘A preposition is a word you should not use to end a sentence with.’
Is er voor het Nederlands ook zo iets te bedenken?
Mr. M.C. Godschalk.