Ook Oude Pekela
heeft net als Den Helder (zie O.T. december 1973, blz. 63) een Remedial Teacher nodig, blijkens een advertentie in Intermediair 14-6. Samen met de home finder, de street corner worker en de health educator is de remedial teacher hèt trauma van O.T. □ Nu zal deze of gene zeggen dat het in het gemelde blad nu eenmaal stikt van de buitenlandse beroepsaanduidingen (managers, project engineers, controllers, sales representatives, rotating equipment engineers, production supervisors, computer auditors), maar dat is een slappe verdediging. De R.T. is verbonden met ‘de gewone mens’, het ‘gewone kind’ (dat nog geen Engels gehad heeft), de ‘gewone ouders’ (die opgescheept zitten met een moeilijk uitspreekbaar en moeilijk spelbaar woord) en niet met mensen die, in engelstalige firma's op vaderlandse bodem werkende, managers e.d. eigenlijk gewoon nederlands vinden. □ Voor ontleders van de lagere school en zelfs daarna is een zin als ‘het stikt van de buitenlandse beroepsaanduidingen’ even raadselachtig (wat stikt?) als ‘het krioelt van de mieren’. □ Krioelen is een woord waarvan een Duitser, zelfs als hij zes weken in Zandvoort is geweest, noch de betekenis noch de uitspraak uit zichzelven (z'n eigen) kan kennen. □ Voor het woordenmuseum: heerneef, heerbroer. Gevonden in de overlijdensadvertentie van de ouderen onder ons bekende, goede Henri de Greeve. Hij hield van onze taal, met kleine èn grote letters. □ De Franse revolutie gaf ons de citoyen, de Russische de towaritsj; in Tanzania, blijkens een persbericht 17-6, zijn alle aanspreektitels, zoals meneer of excellentie, afgeschaft en is ndoegoe (broeder) ingevoerd. Het bericht vergeet het swahili-woord voor zuster te melden. Typeert de situatie □ Prijs voor de beste titel het blad Opzij (radikaal feministisch maandblad).
In het nummer van mei 1974: ‘Vrouwen gaan rechter op de zaak af. Mannen hebben meer ponteneur, meer gewichtig de wenkbrauwen fronsen en zo. Daar zijn ze bedreven in. Als je ongecompliceerd de dingen naar voren brengt, word je gewantrouwd. Je zou het taalgebruik van mannelijke en vrouwelijke politici eens moeten analyseren. Gewoon met het tellen van woorden. Dat zou vast leerzaam zijn.’ □ Gaat ik in het volgende? ‘Er zijn journalisten die een man als ik willens en wetens de vernieling in willen schoppen.’
Na de apothekersassistente, de notarisklerk, de reclassering, het nederlands congresgebouw wil nu ook DS70 een andere naam, volgens de HC 18-4; partijnamen moeten meer naar de toekomst dan naar een verleden wijzen. □ Preambule van een nota: ‘Het voeren van een beleid, d.i. het stellen van doelen, het ontwerpen van een strategie om deze doelen te bereiken en een evaluatie van de gevolgde procedure, vergt een doorzichtige structuur.’ Parool 16-4 komt met het citaat en zet er rimram boven. □ MNO's zijn multinationale ondernemingen. □ Hitweek, later voortgezet als Aloha, heeft opgehouden te bestaan. Daarmee is een stuk spraakmaking verdwenen. Termen als beregoed, hippe vogel, zulthoofd, twiener, nederpop, langharig werkschuw tuig zijn in het ‘lekkere krantje’ geboren. □ Tussen de Rails mei '74 verdedigt de keuze Intercity: ‘In het begin misschien een modewoord. Maar in de dagelijkse praktijk al snel gewaardeerd om zijn snelheid en komfort. Intercity werd een kwaliteitslabel.’ Woord en ding door elkaar gehaald. Beter is de verdediging: ‘Intercity was een woord dat in die jaren een beetje ingeburgerd raakte bij de Europese spoorwegen.’ Bij de Franse ook? □ Is er verschil tussen Onderwijskundige en Didaxoloog? En hoe staat het met Didacticus? □ Hebben is een van de weinige overgankelijke werkwoorden die niet in de lijdende vorm kunnen. In het Engels geen bezwaar: a good time was