Eindterm
In het thans gebruikelijke handboek voor de Nederlandse litteratuurgeschiedenis stond vier drukken lang iets raadselachtigs over de zgn. hoofse liefde, een bekend verschijnsel uit de cultuurhistorie van de Westerse Middeleeuwen al betwisten sommige geleerden ook dat het zich voorgedaan heeft. In de nieuwste druk van het handboek is de passage niet meer te vinden, maar het beknopte handboek van dezelfde schrijver is nog niet herdrukt en daarin staat letterlijk hetzelfde:
De grondidee van de dichtkunst (der) troubadours is de verheerlijking van de liefde die op aarde nimmer tot haar eindterm komt.
Wat bedoelde de schrijver met ‘eindterm’? Geen binnen- of buitenlands woordenboek geeft antwoord op die vraag; ook het WNT, bij de samenstellingen van -term, geeft geen licht. In het Middelnederlandsch Woordenboek vindt men onder Term een paar betekenisnuances die toevallig bruikbaar zouden zijn om komisch toegepast te worden in de aangehaalde volzin, maar ons zakelijk weinig helpen.
Gelukkig is het bestaan van het woord eindterm nu officieel bevestigd. Een hoogaanzienlijke commissie, belast met de taak, voorstellen te doen voor wat zo welluidend heet ‘herstructurering van het onderwijs’, heeft het voorbeeld gegeven en de bewindslieden van onderwijs en wetenschappen hebben, in hun memorie van antwoord nopens het desbetreffende wetsontwerp, dat voorbeeld gevolgd. We weten het nu. Een eindterm is:
het geheel van kennis, vaardigheden en attituden, waarover een afgestudeerde bij de afsluiting van zijn opleiding dient te beschikken.
Bij een voorlichting als de jeugd tegenwoordig krijgt, zou geen troubadour nog iets te verheerlijken hebben gehad.
C.A.Z.