Making
Onder het hoofd: ‘Spijkerbroek’ treffen we in Onze Taal 42(1973)9, blz. 47, een uitleg van het woord ‘denim’. Die stof zou eertijds zijn gebruikt voor de ‘making’ van tenten.
Wellicht heeft de schrijver hier een goedbedoelde poging gedaan om het woord ‘fabricage’ te vermijden. Maar dan had hij beter het woord ‘vervaardiging’ kunnen bezigen. Het woord ‘making’ heeft nl. een andere betekenis, dan de schrijver ermee heeft bedoeld. ‘Making’ is - vlg. Van Dale - een samenvattende benaming voor erfstelling en legaat.
N. Mol, Eindhoven