Generatieverschijnselen?
Toen ik hoorde dat Atje Keulen-Deelstra tijdens een televisie-interview zei: ‘zij was sneller dan mij’ was dat voor mij een bevestiging van wat ik al eens eerder gedacht heb: Het onjuist gebruik van het persoonlijk voornaamwoord mij, in plaats van ik is iets typerends van deze jongere generatie. Ik heb dit het eerst gehoord van mijn beide zoons en daarna vele malen van hun vrienden en leeftijdgenoten en ook tijdens radio- en televisieinterviews. Ik vraag mij dan ook wel eens af of hier niet de fout bij de scholen ligt. Men leerde ons destijds duidelijk onderscheid te maken tussen mij en ik en het was allemaal erg eenvoudig als je in gedachte achter de zin nog eens het werkwoord herhaalde:
Hij loopt sneller dan ik loop.
Als men dat die jongeren zegt, dan kijken ze je aan of je ze iets nieuws vertelt en zeggen dan: U weet het wellicht beter dan mij.
Een tweede maal veel voorkomend verschijnsel bij jongeren is dat ze zeggen in plaats van: ‘Als hij morgen komt, zal ik het hem zeggen’, ‘Al komt hij morgen, enz.’ Zoiets kan bij spreekbeurten, opstellen enz. toch vaak genoeg gecorrigeerd worden?
Ik ben benieuwd de mening van de onderwijzers van de huidige generatie hierover te horen.
C.J.M. van der Weijden, Eindhoven
(Red.) Het kan zijn dat ‘dan mij’ gevormd wordt naar aanleiding van zeer frequente voorzetselverbindingen als ‘met mij’, ‘zonder mij’, ‘bij mij’, ‘aan mij’ enz. Overigens: de aanvulling van ‘hij loopt sneller dan ik’ is niet moeilijk. Maar hoe is het met: ‘hij vindt hem beter dan mij’? Zoiets als ‘hij vindt hem beter dan hij mij vindt’?