Dat kun je niet maken!
Onze vorige ontboezeming betrof in hoofdzaak het klakkeloos invoeren van vreemde woorden, meestal niet eens in Nederlandse aankleding: crash, managing director, market research, know-how. Ditmaal iets over de indringers die wel in het Nederlands gekleed gaan maar geen Nederlands zijn; de barbarismen dus. Die vallen in twee groepen uiteen: woorden die in het Nederlands een andere betekenis hebben dan de indringers, en woord- en zinsconstructies en termen die in strijd zijn met het Nederlandse taaleigen.
Gegeven de nauwe verwantschap met het Duits is het geen wonder, dat die taal ons de meeste barbarismen van beide soorten levert (het Engels waait vaak ongewijzigd over). Om er een aantal te noemen:
Uitproberen voor proberen;
middels voor door middel van
in gang zijn voor aan de gang zijn;
terugtreden voor aftreden;
terugwijzen voor overwinnen, verslaan: Ajax wees F.C. Utrecht met 3-2 terug;
stellingname voor standpunt, bepaling van iemands houding;
lamleggen voor verlammen, stilzetten, enz.;
veiligstellen (nog Duitser is zekerstellen) voor beveiligen, verzekeren.
De lijst van germanismen is bijzonder lang. Wat wij hier uitkiezen zijn germanismen met een sterk gestel en germanismen die, hoewel nogal jeugdig, uitstekend gedijen. Mooie voorbeelden daarvan zijn afbouwen, uitbouwen, ombouwen en veel andere samenstellingen met om-..
(Maar even tussen haakjes: er is nu een commissie ingesteld, die moet bevorderen dat overheidspublikaties worden opgesteld in een Nederlands, dat minder ambtelijk en voor ‘de gewone man’ begrijpelijker is. Laat ons hopen dat deze commissie zal ijveren niet alleen voor eenvoudig Nederlands, maar ook voor goed Nederlands. Want ook dat is nodig. Niet zo lang geleden sprak een minister in zijn schriftelijk antwoord op een vraag uit het parlement over ‘het ontbreken van eenduidige criteria’. Eenduidig zijn we voor het eerst tegengekomen in dit antwoord; het is het puur Duitse eindeutig voor ondubbelzinnig, duidelijk. En laat het nu de minister van Onderwijs en Wetenschappen zijn die men dit monstrum heeft laten schrijven!)
Afbouwen betekent in het Nederlands een gebouw afmaken, de bouw voltooien. Tegenwoordig wordt het ook (en meer!) gebruikt voor verminderen, beperken, tot het nulpunt toe: ‘directie en ondernemingsraad overleggen over de afbouw van de produktie.’ Dit slechte taalgebruik kan zelfs leiden tot het tegenovergestelde van wat men bedoelt: ‘de tolgrenzen moeten worden afgebouwd’. Betekenis in goed Nederlands: de tolgrenzen moeten worden voltooid; bedoeling: de tolgrenzen moeten worden geslecht.
Uitbouwen is het bouwen buiten de aanvankelijke grenzen van b.v. een huis; het resultaat heet uitbouw en het materiaal omvat steen, hout en glas, de dingen die bij het