Het negende congres
Het Genootschap Onze Taal zal zaterdag 27 oktober in de Jaarbeurs Congreszaal Utrecht zijn negende congres houden.
In de vorige congressen zijn o.a. het nut, de schoonheid, de speelsheid van goed taalgebruik aan de orde geweest. De vorming van nieuwe woorden en het vraagstuk van de normen is besproken.
Het onderwijs in de Nederlandse taal heeft reeds een eerste ‘congresbeurt’ gehad, namelijk in 1962. De les die een van de inleiders toen in de congreszaal aan een voor hem geheel vreemde klas met schoolkinderen gaf, was een groot succes, vooral door de hartveroverend spontane wijze waarop deze kinderen - merendeels Zaans dialect sprekend - reageerden.
Sedertdien is er in het onderwijs veel veranderd. Wie denkt dat er alleen maar veel nieuwe (en verwarrende) schoolnamen zijn gekomen en dat de inhoud in wezen gelijk is gebleven, vergist zich. De veranderingen gaan dieper; het behoort echter niet tot onze taak daarop nader in te gaan.
Met de mammoet is de demokratisering van het onderwijs, de sociale bewustwording van de leraar en de leerling, de sterkere betrokkenheid van de ouders gekomen. Ten goede? Ten kwade? Andere methoden, nieuwe opvattingen op onderwijskundig gebied hebben hun intrede gedaan.
De nadruk bij het taalonderwijs ligt nu misschien wat meer op creativiteit, op emotie dan op de strenge norm, de ijzeren wet. Aandacht is gegroeid voor de gevolgen van taalarmoede, experimenten worden ondernomen.
‘De’ school krijgt van veel zo niet alles de schuld. Dat geldt zeker wat het taalonderwijs betreft. ‘In onze tijd was het veel beter. In het buitenland is het veel beter.’ Maar was en is dat wèrkelijk zo? Wat is er nu gaande in ons taalonderwijs? Wat zijn de knelpunten? Wat is er bereikt?
Op deze en soortgelijke vragen wil het congres een antwoord geven. Wij zijn daarom verheugd dat bij uitstek deskundigen het onderwerp zullen behandelen: in korte betogen die betrekking hebben op een speciaal schooltype.
Al is er nog zoveel veranderd, al zijn er ingrijpende wijzigingen in leerplan en begeleiding gekomen, één ding blijft gelijk: het is de taal waarmee we moeten leven, de taal die onmisbaar is voor de basisvaardigheden luisteren, spreken, lezen, schrijven. Een taal waarmee je kunt leven, waarmee je graag leeft, omdat je je erin thuis voelt.
Congressen van Onze Taal zijn geen bijeenkomsten van vakspecialisten; ze brengen mensen bijeen die belangstelling hebben in taal en taalgebruik. Wij weten dat u tot dezen behoort en dat het onderwerp van ons congres 1973 u zal boeien. Daarom nodigen wij u hierbij uit; wij hopen van harte u in Utrecht te kunnen begroeten.
Het congres is vrij toegankelijk. In de pauze wordt aan de deelnemers gelegenheid geboden om (in de foyer van de Congreszaal) de koffiemaaltijd te gebruiken; de prijs van deze maaltijd is f 10,--. Wij verzoeken degenen die van deze gelegenheid gebruik willen maken, van te voren het bedrag over te maken op de girorekening van de penningmeester Onze Taal, 181661, te Leiden. Wij zullen hun dan een bewijs van betaling sturen.