Iets anders schrijven dan je bedoelt
Een dominee schrijft een lang artikel over de Wereldraad van Kerken. En daarin staat heus: ‘De moeilijkheid is dat vele mensen geloven in God en in Jezus Christus en in de Bijbel.’
Hoe kan dominee zoiets schrijven? Niets in de voorafgaande zinnen geeft de lezer reden om te denken dat hier b.v. een gedachte van de Antichrist wordt weergegeven. De auteur denkt zelf.
De oplossing komt pas in de volgende zin: ‘Maar tegelijkertijd leven en handelen zij alsof Jezus Christus nooit op aarde was verschenen en als hadden zij nog nooit in de Bijbel gelezen.’
Bedoeld is dus niét dat de moeilijkheid is dat er zoveel gelovige christenen zijn, maar iets heel anders, namelijk dat die gelovigen handelen in strijd met hun geloof.
Wat had er moeten staan? ‘De moeilijkheid is dat vele mensen wel geloven in God en in Jezus Christus en in de Bijbel, maar tegelijktijd leven en handelen alsof Jezus Christus nooit op aarde was verschenen en zij nog nooit in de Bijbel gelezen hadden.’ Grammaticaal uitgedrukt: de tweede aangehaalde volzin moet worden opgenomen in het onderschikkend zinsverband van de eerste.
Maar dat levert een veel te lange zin op, zal men zeggen. Goed, het kan in korter zinnen. B.v.: ‘Vele mensen geloven in God en in Jezus Christus en in de Bijbel. Zeker. Maar de moeilijkheid is dat ze tegelijkertijd enz.’ Of: ‘Maar er is een moeilijkheid. Vele mensen geloven wel in’ enz., ‘maar tegelijkertijd handelen ze’ enz.
Wil men echter in het zinsverband laten uitkomen dat hier één gedachte wordt meegedeeld, - namelijk de inconsequentie van vele gelovigen - dan moet het allemaal in één volzin, die lange (maar die toch niet erg ingewikkeld is).De hoofdzaak is, dat men niet moet schrijven wat men niet bedoelt.