Streep en streepje
We weten allemaal, dat onze taal te weinig letters heeft: kalveren, halveren; vestigen, prestige; beval, bevel, geval, gevel - om nog maar te zwijgen van die bommeldingen, waar de krantelezende getrouwen van Tom Poes de ernst te laat van inzien.
Maar ook de andere grafische middelen schieten te kort. De punt is overbelast: hij dient als afkortingsteken en als aanduider van het zinseinde. De dubbele punt kan betekenen: ‘nou gaat iemand wat zeggen’, of: ‘hier komt de verklaring van het voorafgaande (b.v. dat gekke gedrag), dan wel de aangekondigde opsomming’, of: ‘het gevolg was.....’. De hoofdletter geeft het begin van een zin aan, of een eigennaam, of moet een gevoel van eerbied sinjaleren (De Heer kent de Zijnen). De apostrof duidt aan dat de klinker vóór een naamvals- of meervouds-s een heldere klinker is: Lena's pleegdochter, twee auto's, voorts dat er een stuk woord is weggelaten: 's avonds, als 't u blieft, of vervangen door een sjwa (kleurloze vokaal): je kunt 't proberen, geef 'm d'r van langs, nog 'n paar keer. De accent aigu onderscheidt twee totaal verschillende klinkers: loge en logé, maar ook zowel woordklemtoon: vóórkomen en voorkómen, als zinsklemtoon: je moet het hem niet vrágen en je moet het hém niet vragen. (Om aan te geven of we woord- of zinsklemtoon bedoelen, zouden we best gebruik kunnen maken van het verschil tussen accent aigu en accent grave).
In deze omstandigheden is het zaak, geen onder scheidingsmiddelen verloren te laten gaan. Dat de neiging tot het verwaarlozen bestaat, bewijst de wanhebbelijkheid om de eerste regel van een alinea niet te laten inspringen. Als men die zelfverminking van de Westerse typografie dan nog verergert door het barbaarse amerikanisme waarbij de rechterkantlijn van het drukwerk niet langer recht is, maar de vorm krijgt van de kusten van Skandinavië, kan het hele begrip alinea wel afgeschaft worden.
Zulk een verarming dreigt nu ook doordat sommigen het verschil tussen het korte en het lange streepje (de divisie en het kastlijntje) verwaarlozen. Het zal wel komen doordat de meest schrijfmachines het verschil niet kennen.
Het zijn allebei alweer veelzinnige tekens! De divisie (trait d'union, hyphen, afbrekingsteken) gebruiken we als een woord op het eind van de regel afgebroken (niet: ‘afgekort’) wordt, of als het overeenkomstige stuk van twee of meer woorden is ‘samengetrokken’: boek-, papier- en kunsthandel; herdersliederen en -spelen.
(Dit laatste is ongewoon; bij het spreken zijn we dan wel eens gedwongen om de klemtoon in het eerste woord te verleggen: herdersliéderen.) Maar we bezigen het tekentje ook als we een samenstelling doorzichtig of overzienbaar willen maken: bel-etage anti-Amerikaans, Tweede-Kamerverkiezingen; de door Charivarius terecht gehekelde germanistische ‘aaneenlijmsels’ kunnen hier niet buiten: Franco-bewind.
De gedachtestreep, - zoals het kastlijntje in de grammatica's genoemd wordt, - komt gepaard voor en scheidt