Nog eens dan en als
Bij de opmerking van Mevrouw Bokhove-van der Beek in nummer juni/juli 1972 over ‘als’ bij de vergrotende trap, dat dit bij de nonjoe-woorden zou geplaatst moeten worden, wil ik gaarne het volgende uit mijn herinnering meedelen.
Op het door mij van 1912-1918 bezochte gymnasium in Kampen achtten de meeste leerlingen ‘als’ in comparatief verband fout. De zoon van de rector en ik zelf gebruikten echter van huis uit geen dan, maar als. De rector was iemand die zeer uit was op een juist gebruik van het Nederlands, maar zei in de klas dat ‘als’ ookgeoorloofd was. Omdat de rector en mijn ouders uit Holland kwamen, heb ik wel gedacht, dat het gebruik van ‘als’ veroorzaakt werd door de streek van herkomst. Of dit zo is, betwijfel ik, als ik de beschouwingen hierover in het Woordenboek der Nederlandsche taal lees. In Deel II, kolom 246 staat van de hand van M. de Vries (zoals uit het voorbericht van dit deel afgeleid kan worden): ‘Nevens het oorspronkelijke dan achter de comparatief is in de 16e eeuw ook als in gebruik gekomen, dat, allengs toenemende, vooral in de volksspraak, zozeer is doorgedrongen, dat het thans (dus ± 1880 ) nog in de spreektaal, in Noord en Zuid, de meest gewone uitdrukking is. In de schrijftaal bleef dan zich handhaven; doch ook daar moest het veelvoudig, door den invloed der spreektaal, voor als wijken, dat in de geschriften der drie laatste eeuwen talloze malen wordt aangetroffen. Inzonderheid was dit het geval in de 17de eeuw, toen de invloed der taalgeleerden zich nog niet had doen gelden, die later krachtig gewerkt hebben om dan, althans in de geschrevene taal, in zijn oud recht te herstellen.’
In kolom 247 begint nog een lange beschouwing, te lang om over te nemen. Slechts de twee volgende zinnen, die typerend zijn.
‘Dan en als zijn beide historisch te rechtvaardigen en logisch zuiver te verklaren.’ en (als slotconclusie) ‘Laat ons toezien,.... dat als niet zijn - toch reeds zo wijd - gebied al te ver uitbreide, ten koste van het echte en beproefde dan.’
Uit dit alles valt niet te concluderen, dat ‘als’ nonjoe zou zijn. Om dit uit te maken zou nagegaan moeten worden in welke kringen als bij de comparatief gebruikt wordt. Objectief meen ik vast te kunnen stellen, dat in de kring waarin ik groot geworden ben, in het algemeen op nonjoe woorden aanmerking gemaakt werd of zou worden.
Dr. J.C. Du Pui, Lochern