De Belgische en Nederlandse regeringen
Een beroemde vrouw heeft herinneringen gepubliceerd. Een recensente wantrouwt het beeld dat de schrijfster geeft van haar eerste man. ‘Net zulke kennissen lijken de tweede en derde echtgenoten,’ gaat ze dan verder.
Maar dat kan niet. Nederlands is geen Frans. Wij zeggen ‘de dertiende en de veertiende eeuw’, ‘de Belgische en de Nederlandse regering’. Als de rector van een scholengemeenschap de tweede en derde klassen vrijaf geeft, zijn daar parallelklassen bij; anders zegt men: ‘de tweede en de derde klas’.
Een rode en een witte streep zijn nog niet: rode en witte strepen. Elektrische en stoomtreinen zijn er meer dan twee. En tweede en derde echtgenoten, ze zijn er ongetwijfeld bij duizenden, maar ze kunnen deze functies niet met zijn allen bij dezelfde persoon vervullen. Misschien wel in een goed georganizeerde harem: in een orkest heeft men immers ook eerste en tweede violen? Dit alles neemt niet weg, dat in het Voorbericht van Deel XI van het WNT, ja, dáár, ondertekend door een redacteur, staat: ‘dat de Nederlandsche en Belgische Regee-