Overtuigingskracht en beknoptheid zijn in het bedrijf vereist, zowel mondeling als schriftelijk. En persoonlijkheid.
Haast kan de kommunikatie ernstig verstoren. Slordigheid hangt daarmee samen. Een derde gevaar is het vak-jargon, waarbij snobisme een grote rol speelt. Veel barbarismen, vaak van Angelsaksische herkomst, dringen de bedrijfstaal binnen. Soms is het te laat om een vreemd woord te vervangen, omdat het ook een zekere gevoelswaarde heeft gekregen. Het puristische ideaal kan dan de klok niet meer terugzetten. In een woord als marketing hoort een vakman veel meer diepte, breedte en achtergrond dan in uitdrukkingen als afzetof marktbeleid.
Daar taal een sociaal verschijnsel is, moet er een zekere eenheid zijn. Die funktie van de taal, gericht op kommunikatie, overdracht, is ook in het bedrijf van kracht. Evenals in een primitieve gemeenschap is in een een gekompliceerde arbeidsgemeenschap teamwork afhankelijk van de taal. Over de funksie van de taal geeft dr.v.d. Sch. interessante beschouwingen. Evenals wat hij vastknoopt aan het ‘frame of reference’, d.i. alles wat buiten de tekst ligt, de levenservaring dus, de kennis, de geestelijke achtergrond van de taalgebruiker, zijn zij voor iedere taalbelangstellende en -hebbende de moeite van het kennisnemen alleszins waard. Hij besluit met een der vele aspekten van het veelzijdig en rijk verschijnsel ‘taal’ met opmerkingen onder het hoofdje: Gebrekkig taalgebruik. En haalt Multatuli's beroemde Idee aan, waarin deze verklaart zich toe te leggen op het schrijven van levend Hollands, maar ‘ik heb schoolgegaan’. Hij betoogt dat de school meer aandacht aan het ‘vak’ Nederlands dient te besteden en het meer zou moeten integreren in het hele onderwijs. Taalontwikkeling naar een behoorlijk niveau is een individueel en langzaam proces, zegt hij. Toch wordt er door de school nog veel bereikt als men ziet welk een taalarmoede en taalslordigheid leerlingen van huis meebrengen. Oordelen over gebrek aan taalbeheersing zijn vaak te simplistisch tegenover de gekompliceerdheid van de taal. Braakman noemt de taal het belangrijkste werktuig in ons bedrijfsleven.
G.J. Uitman, Zeist