Die jongens toch
Een ‘sportjongen’ gebruikte het woord miskleun in een T.V.-uitzending. Hij bedoelde: mislukking, flater, misslag. Was het een precedent?
Niet lang daarna stond hetzelfde subst. als titel boven een redactioneel stukje in de krant: ‘......insiders voorspelden ...... een Europese miskleun van het ergste soort’. De ‘krantejongens’ hadden zich meester gemaakt van het nieuwe woord. En daarna kwam het Boekenweekgeschenk, met als aanbeveling op de achterkant: ‘De confrontatie tussen hedendaags opgewekt miskleunen enerzijds en een vroeger tragisch misgrijpen anderzijds......’. De ‘reclamejongens’ (Trouw) promoveerden het substantief miskleun, dat de betekenis zal hebben van misslag (WNT: kleunen = slaan) tot verbum. Welke ‘jongen’ zal nu de eerste zijn die erkent misgekleund te hebben?
M.B. Doedens, Emmen