snobism. □ Dat opvoeren van de bakker is een onduidelijk, onnederlands woord: prijzen verhoog je. □ Tillen is oplichten, opheffen, opnemen en ook oplichten. □ ‘Dit formulier moet door de schoolgeldplichtige uiterlijk op de hiernaast vermelde datum worden ingezonden, na invulling van deel A op voor- en achterzijde en het eerste omlijnde vak van deel B2 alsmede ondertekening van deel A op de voorzijde. Indien zulks niet geschiedt kan bij het opleggen van de schoolgeldaanslag geen rekening worden gehouden met reductiemogelijkheid.’ Deze onvriendelijke tekst moet een taalman van het schoolgeldministerie maar eens bekijken en veranderen. Indien zulks niet geschiedt, hoeft de schoolgeldplichtige niet te betalen. □ Welzijnsdelicten en welzijnscriminalteit, goed onthouwen die woorden, ze zullen steeds meer nodig zijn. □ Dialoog (krant 3-10) in de trein... Vraag aan de conducteur, wijzende op Cremer (die c. wijst niet op C., maar de vrager): ‘Kent u die man?’ - ‘Nee, het zal wel de leider wezen.’ - ‘Dat is Jan Cremer.’ - ‘Jan Cremer?’ - Cremer: ‘handtekening meneer?’ - Conducteur: ‘Nee hoor, ik wil me wèl even aan u voorstellen. De Jong, is mijn naam.’ - ‘U komt zeker uit Maastricht,’ veronderstelt Cremer. (De krant gaat verder:) Een veronderstelling die aan de hand van de onmiskenbare zachte G geen enorme prestatie mag heten. □ Hij zit gebakken is hij zit er goed voor, zijn brood is gebakken. □ Party shopping vervelend. □ Behorend bij onze verzameling opmerkelijke beroepen: een weeshuis vraagt een home-finder. □ Miss Amy Vanderbilt, 's werelds aller allerberoemdste schrijfster van Hoe Hoort Het Eigenlijk boeken - haar 700 bladzijden dikke boek over de
etiquette ligt naar men zegt vanaf Truman op een der nachtkastjes in het presidentiële slaapvertrek in het Witte Huis - heeft volgens de Times van 19 oktober verklaard: ‘There's no point in creating an uproar about four-letters words today. People use them in contemporary language. It would certainly not be correct nowadays to get up and leave the table because somebody used a four-letter word.’ □ Maar pas op: Amy zegt niet dat je een schuttingwoord mag zeggen, alleen dat je niet van tafel mag opstaan als een ander een schuttingwoord zegt. □ Over dat correct: het moet u opvallen dat steeds meer mensen in het Nederlands zeggen correct of dat is correct, terwijl ze gewoon bedoelen goed, of wel dat is goed, juist. Met andere woorden dit uit het Engels overgenomen correct is toch iets anders dan het vertrouwde Nederlandse correct. □ Carmiggelt heeft eens opgemerkt dat conducteurs altijd plaatsbewijzen zeggen en nooit kaartjes: elitair taalgebruik. □ Een triotel is een Leeuwardens woord voor de combinatie van ziekenhuis, verpleeghuis, verzorgingshuis. Part-works zijn encyclopedieën in wekelijkse afleveringen. Gelezen en gehoord: een voltijdse en een deeltijdse baan. Doorgeven, blijven zeggen tot het er geramd in zit. □ Hij heet Gerard, wat een mooie naam is. Waarom nou hier wat? Schoolmiddeltje: slaat wat op ‘hij heet Gerard’? Nu de wats uit Tussen de Rails van september ‘Dat houdt in dat je niet altijd staat in toneelwerk wat je ambieert. Er zitten risico's aan vast, aan die NV, maar ik geloof er wel in. Guus heeft al in een vrije produktie gestaan - De man van La Mancha - wat niet
zonder succes was. En ik, ik stond in Er zit een haar in mijn soep wat heel fijn gelopen is.’ Sommigen vinden zo'n gewik-en-geweeg tijdverknoeien, wat niet correct is; wie zelf veel schrijft weet echter dat alle schroefjes en moertjes goed moeten zitten, anders rammelt de zaak. Zoals O.T. die in april 1970 blz. 19 schreef over het ministerie en haar keuze. Of kun je bij de afkorting O.T. ook wel het betrekkelijk voornaamwoord dat gebruiken? □ Teleurstelling voor allen die dachten dat in het Afrikaans prikkelpoppie (pin-up girl), mooimaakgoed (make-up outlift), voor-niks-nie-bang-nie-skip (dreadnought), verneukpoep (kunstmest) en terugleuter (computer) bestaan. Die bestaan namelijk NIET in het Afrikaans. Vooral met die voor kunstmest kon je bijval oogsten bij hen die het nog niet wisten maar dat waren er heel weinig. □ Ludiek is uitgevonden door Huizinga: inleiding van Homo Ludens (1938): ‘Men veroorlove mij daarom het woord ludiek in te voeren.’ □ Glijdende werktijden zijn werktijden waarvan de werknemer zelf het begin en het einde bepaalt. Kraakwagen vuilnisauto die het grove vuil ophaalt. □ ‘Aangezien aldus de mogelijkheid van het moeten dienen van tegenstrijdige belangen potentieel aanwezig is, enz...’