Ismen: ter vermijding van misverstand
Het is in onze taalpolitieke diskussies noodzakelijk, de termen die we hanteren goed uit mekaar te houden. Anders verspillen we tijd, inspanning en kolommen, en wordt bovendien, aangezien woorden als ‘germanisme’ emotioneel geladen zijn, de prettige sfeer bedreigd.
Een punt van belang is het onderscheid tussen barbarismen (germa-, anglic-, gallic-, hebra- en latinismen) en woorden uit een vreemde taal.
De barbarismen zijn opgebouwd uit Nederlandse woordvormen; om er drie te noemen die ik tijdens de oorlog leerde kennen (hoewel ik niet in de anatomie studeerde): keelkop (Kehlkopf = strottenhoofd), borstkorf (Brustkorb = borstkas) en wervelzuil (Wirbelsäule = ruggegraat). Jonger voorbeelden: frisdranken (Frischgetränke = limonades), smokkel (Schmuggel = smokkelen, smokkelarij). Op dit laatste voorbeeld is ‘opgebouwd uit’ niet van toepassing, het is één Nederlandse woordvorm. Barbarismen kunnen ook uit enige woorden bestaan: niks om over na huis te schrijven (nothing to write home about = niets bijzonders, niet de moeite), de achterkant van zijn tong (the back of his tongue = zijn eigenlijke gedachten, zijn verzwegen bedoeling). Sommige zijn gelijkluidend met Nederlandse woorden: meerdere (mehrere = verscheiden, meer dan een), billijk (billig = goedkoop), alibi (Fr. id. = voorwendsel, uitvlucht), pathetisch (pathetic = aandoenlijk).
Men beseft de belachelijkheid van barbarismen het best door het procédé om te keren en Duitse neerlandismen te bedenken als ‘ich bin beneut’ of ‘bleichbar’, Engelse als ‘that lets me cold’ of ‘to bespeak places’, Franse als ‘j'ai battu une figure’ of ‘un visage comme un ver d'oreille’.
Voor de woorden uit een vreemde taal heeft men de moeite van het vertalen der bestanddelen niet genomen: überhaupt, infinitief zijn vreemde woorden met een vernederlandste uitspraak (soms spellinguitspraak), net zo goed als jam en jus, of hockey en tennis, of andante en pianissimo, of bruto en giro, milieu en diner, abortus en rheuma. Sommige zijn als zodanig onherkenbaar, b.v. het Duitse zich, dat nog steeds niet is doorgedrongen tot de zgn. volkstaal (die beschikt over hem en zijn eigen); het is mogelijk dat spotten (= lokalizeren) en dopen (= iets ingeven ter bereiking van een beter sportprestatie) tot deze kategorie zullen gaan behoren, maar wie daartoe wil bijdragen moge bedenken dat het vermeerderen van het aantal gelijkluidende woorden een zonde tegen de taal en haar gebruikers is!
De vernederlandsing van de vorm kan dus de uitspraak betreffen, maar heel gewoon is ook de inpassing in het zgn. morfologische systeem van onze taal: dopen en spotten hebben Nederlandse uitgangen en kunnen voltooide deelwoorden krijgen net als racen en het aan het Frans ontleende dansen, zoals bij cape en cake verkleinwoorden bestaan. (De spellingmoeilijkheden hierbij zijn een sterk argument om ook de schrijfwijze maar gauw, of liever eindelijk, te vernederlandsen.) Als infinitief en datief en passief niet uit het Frans maar uit het Latijn komen, hebben we ook daar voorbeelden van inpassing in een Nederlands (uit het Frans afkomstig) systeem van uitgangen. Hierbij komt iets geks aan het licht. Als een Vlaming die geen taalgeleerde is, plastic uitspreekt als plastiek, zal dat wel klakkeloze overneming van een Frans woord zijn. Zegt een taalbewuste Nederlander hetzelfde, dan past hij het Engelse woord, dat zijn meeste landgenoten domweg als plestik uitspreken, opzettelijk aan bij sinds lang gebruikelijke woorden als elastiek. (Mastiek kan hier wel hebben mee gedaan, maar als voorbeeld voor zgn. analogieformaties is één woord, mits in geregeld gebruik, voldoende.) (Nu hier toch iets tussen haakjes staat: kunststof is een germanisme voor plastic, kunsthars een loffelijk purisme. Dit laatste is geen pleonasme! Men vergelijke het knarsende hefschroefvliegtuig met de geoliede wentelwiek.)
Een tweede bron van misverstand is, dat de benaming ‘barbarisme’ in veler ogen synoniem is met ‘ongewenst vreemd element’. Die velen gaan namelijk te ver. Evenals de vreemde woorden tram en tank in de Nederlandse taal zijn opgenomen (daarom liever: trem en tenk), is dat met de germanismen aantal en loopgraaf, het gallicisme houden van en het anglicisme opblazen het geval. Doemen er nieuwe barbarismen op, zoals middels, overtrokken en recentelijk, dan dient men zich,