gerust over plotselinge verschijnselen in ons taalgebruik. De golven leggen zich weer en het verschijnsel behoort tot het verleden.
Het is de vraag of dat ditmaal ook het geval zal zijn. Iedereen gebruikt in toenemende mate vreemde woorden, vooral radio/televisiesprekers en politieke heren.
En het verschijnsel is dat met grote voorliefde en hardnekkigheid de klemtoon op de eerste lettergreep wordt gelegd.
Voorbeelden te over:
propaganda, incidenteel, docenten, individueel, Bredabier (maar dan ineens Leeuwarden en luitenant), politiek.
Het is wel Unikaas maar niet uniform, het Haagse Voorhout werd in de ‘Kleine Zielen’ steeds verward met het dorp Voorhout.
Tenslotte nog enkele ingeroeste accenten: het is dèsgewenst, maar niet dèsintegratie en dèsillusie. Het is telkens weer een désillusie dit alles aan te horen.
Het leven hangt van kleinigheden en onweegbare zaken aan elkaar. Dat blijkt dikwijls bij sollicitatie en promotie.
Vele mensen falen omdat zij de ‘ABN-drempel’ niet overschrijden. En niet omdat zij geen grote rekening hebben bij een bekende bankinstelling, maar omdat zij naast vele voortreffelijke eigenschappen, toch tobben met het Algemeen Beschaafd Nederlands. Het beklimmen van de promotie-pyramide blijft altijd een moeilijke onderneming. Op de top zit de directie, op de tweede ommegang de staf, allen met een mooi uitzicht op het land van belofte. Daaronder komt een drempel waar men overheen moet komen, de befaamde ABN-drempel. Als men niet een overvloed aan andere kwaliteiten heeft, dan is een falen het gevolg.
Redelijk, rechtvaardig?
Zeker niet, maar in de praktijk van het leven stoppen wij heel snel iemand in een hokje. Als hij niet weet dat Meneer Loudon, Laudon heet en niet Loedon, als hij moraal en moreel door elkaar haspelt dan is hij, heel onredelijk, al geklassificeerd.
B.