het mogelijk zou zijn, met een Koninklijk Besluit de werkwoordsvervoeging bij u te regelen, zou het wijs zijn, de tweede persoon te laten leven en de derde persoon te verbieden: u is voor de taalgebruiker tweede persoon. Bekende briefstijl is u zoudt. Voorbeelden: zoudt u zo vriendelijk willen zijn, u zoudt ons zeer verplichten, zoudt u ons willen berichten. Laten we proberen dat zoudt af te schaffen; het maakt het leven maar moeilijk. Het past gewoon niet in onze rijtjes (Wel met gij, gij zoudt is volstrekt in orde). Achter u komt zou. Niemand schrijft u hadt, waarom dan wel dat hardnekkinge zoudt? Waarschijnlijk omdat het ‘beleefder’ staat.
7. In het schema moet ook het wederkerend voornaamwoord een plaats krijgen. U tweede persoon en zich derde persoon. Dat betekent dat degene die de tweede persoon kiest - hij schrijft u hebt en u bent - ook u vergist u moet schrijven. De derdepersoonkiezer - hij die u heeft en u is neemt - dient de voorkeur te geven aan u vergist zich. Toch doet deze regel wel wat al te kinderachtig aan. Want wie zegt en schrijft: ‘U heeft uw belasting niet betaald’, zou dan eigenlijk een zelfde soort fout maken (u is derde persoon, dus heeft, dus alles derde persoon!) en zou hebben moeten zeggen en schrijven: ‘U heeft zijn belasting niet betaald’ of, als het tegen een vrouw gericht is: ‘U heeft haar belasting niet betaald.’ Dit nu is onzin. Daarom enige soepelheid met zich: het kan ons van pas komen. Bijvoorbeeld in de bijzin. Menigeen zal een opeenvolging als ‘ik geloof dat u u vergist’ niet fraai vinden en er ‘dat u zich vergist’ van maken. Doe dat dan ook bij ‘dat u u vergist hebt’. Nodig is het niet want in alle talen ter wereld doet zich het verschijnsel voor dat twee gelijke woorden in een zin soms achter elkaar staan.
8. U heeft een steunfunctie bij de gebiedende wijs. ‘Kom binnen en ga zitten’, is een correcte gebiedende wijs. Wat minder vertrouwelijk klinkt: ‘Komt u binnen en gaat u zitten’. Het werkwoord heeft zich naar het voornaamwoord gericht; u is geen onderwerp van ‘komt’ en ‘gaat’. Duidelijk is de steunfunctie van u en het meeschuiven van het werkwoord in: ‘Weest u maar voorzichtig!’ U is evenmin onderwerp van ‘komt’ (in ‘komt u binnen!’) als het onderwerp van ‘weest’ kan zijn.
9. Het gebruik van u door kinderen tegenover hun ouders is op zichzelf geen bewijs van achting. Het gebruik van jij tegenover ouders is op zichzelf geen bewijs van vertrouwelijke omgang met hen. Vast staat dat u in het gezinsleven langzaam (of misschien zelfs vlug?) op de terugtocht is. Waarom zou jij ook niet mogen? Al in 1926 wordt in het Woordenboek Ned. Taal vermeld dat in sommige gezinnen de kinderen jij tot hun ouders zeggen, dus zó jong is dit gebruik nu ook weer niet. Een germanisme mag men jij tegen de ouders in elk geval niet noemen. De achteruitgang van u in het gezin weerspiegelt een verandering in maatschappelijke zeden. Een onloochenbaar feit is dat de ouders van nu vrijer, losser, gemakkelijker met hun kinderen omgaan dan die van 1900. Wellicht geeft de verschuiving van ‘autoriteit’ naar ‘vriendschappelijke leiding’ wat meer plaats aan het informele jij.
10. Het overstappen van u naar jij tussen collega's, kennissen enz. gaat in Holland vaak ongemerkt. Er bestaat geen ritus dienaangaande. Soms is een overgangstijd aanwezig: u wordt gebruikt bij nadruk, jij is er nog niet (gaat voorlopig nog éven te ver) maar je leeft al, vooral áchter het werkwoord: ‘Vindje ook niet’, ‘Hebje dat gehoord’, ‘Benje er geweest’.
11. Iemand heeft eens nauwkeurig het tijdstip bepaald waarop de mens tot de oudere generatie gerekend kan worden. Dat is - zo stelde hij vast - wanneer je tegen jongere collega's jij zegt, terwijl zij u tegen je blijven zeggen.
12. Hier en daar wordt het idee geopperd om u helemaal af te schaffen. In een H.P.-artikel, dec. 1969: ‘Ook het gebruik van u is er op gericht afstand te scheppen of te handhaven in het contact van personen. - Het is zonder meer duidelijk dat het afschaffen van de titels en van het gebruik van u een geweldige impuls zou geven aan het huidige streven naar een democratischer maatschappij. - Er zou een groter gevoel van solidariteit tussen de mensen kunnen ontstaan. Dat laatste zou zeker het geval zijn, wanneer men het u integraal uit de Nederlandse taal zou schrappen.’ En volgens de Volkskrant 21 mei 1970 heeft een politicus gezegd: ‘We zijn tegen autoritaire structuren, maar blijven elk uur van de dag het meest autoritaire woord gebruiken dat bestaat, namelijk U.’
Misschien. Mogelijk. De proef van de pudding is in de eting, zei Hopper eens. De Engelstaligen eten de pudding al eeuwen: is in Engeland, Amerika en Australië, waar you en niets anders dan you bestaat, het geluk al bereikt?