Onbetaalbaar
stond op het prijskaartje dat een Delfts winkelier bij een fototoestel in de uitverkoop had geplaatst. Een jongeman had de nacht voor de fotowinkeldeur doorgebracht om als eerste 's ochtends om negen uur het ‘onbetaalbare’ toestel te kunnen meenemen; naar hij hoopte: voor niets. Nee, zei de winkelier, ‘onbetaalbaar’ is ‘niet te koop’. Wat? riep de koper, ‘onbetaalbaar’ is ‘niet te betalen’, dus ‘zonder prijs’. Politie erbij. Politie raadt aan: maak er een kort geding van, dan weten we wat onbetaalbaar in een uitverkoop betekent. □ De rechter zou beginnen met te zoeken in Van Dale. Net zoals hij in deze jaren dit boek wel eens opslaat om te weten wat de eerbaarheid is die openbaar geschonden kan worden. Wel, dat is ‘fatsoen op geslachtelijk gebied’ (blz. 502) en het aardige daarbij is dat fatsoen (blz. 544) o.a. ‘eerbaarheid’ betekent. □ Onderwerp om er tien lezingen over te houden: wat nog niet in v.D. staat. Bijvoorbeeld miskleun. Onvertaalbaar en onomschrijfbaar. □ Pluriform ander woord voor (geweldloze) ruzie? □ Neem zo'n woord als boodschappensherry nu eens. Volstrekt duidelijk. □ De blauwe trein is het groepje renners dat op de Europese winterzesdaagsen de dienst uitmaakt. □ Taktiele therapeuten blijkt de wetenschappelijke benaming te zijn voor magnetiseurs, gebedsgenezers enz. □ ‘Overvloed’, ‘overdaad’ etc. hebben het ‘te veel’ in zich. Is overdosis bruikbaar (of al overal in gebruik) voor ‘te grote dosis’? □ Over oliegeul kun je lyrisch worden. In een volkomen correcte samenstelling van twee delen wordt alles gezegd: ‘gleuf in de zeebodem die het
mogelijk maakt volledig beladen mammoettankers de Europoort te laten binnenlopen.’ □ Andere samenstellingen: kindzwak (onderwijs), probleemgericht, schoolkwetsbaar, knuppelbelust. Overdiep heeft het in zijn Syntaxis en stilistiek (1948) over de vrijheid die men bezit ‘de mogelijkheid van samenstelling ook in zijn taal tot het uiterste te spannen. Hem die vrijheid te ontzeggen, is geen bewijs van liefde voor de moedertaal.’ □ Moeilijke zin: ‘Onaangepastheid in deze maatschappij is een positief gedragspatroon’. Wat is dan aangepastheid? □ Dat is ten minste eerlijk: een groot modehuis vraagt meisjes van ongeveer 15 jaar ‘die opgeleid willen worden tot winkel hostess’. En de advertentie vervolgt: ‘Vroeger noemde men die leerling-verkoopster’. Een ander vraagt ‘een verkoop-adviseuse voor de winkel’. Moet die adviseuse wel adviseren voor de verkoop? Voor de klant is ze een koop-adviseuze... □ Goede opmerking van prof. Michels over de mevrouwjuffrouwstrijd: een winkeljuffrouw wordt als ‘juffrouw’ aangesproken, ook als ze een mevrouw is. □ Vormgeving levert vormgeven op. Deelwoord vormgegeven: vgl. de zin in een krantebericht van onlangs ‘De eerste exemplaren van het door B. vormgegeven boekje werden uitgereikt aan etc.’ □ Dr. Meinsma wil het woord kanker afschaffen. In KWF-nieuws nov. '69 schrijft hij: ‘Het lijkt mij dat het belangrijk zou zijn wat de voorlichting betreft, als het woord kanker een zelfde begrip zou worden als bijv. het woord infectieziekten. Dat houdt in dat beide één kenmerk hebben. Bij de infectieziekten (...) Bij kanker: de abnormale celgroei die,
afhankelijk van de plaats daarvan in het lichaam, verschillende ziekten doet ontstaan. Daarom zou ik zo graag van de woorden kanker en kankerbestrijding af willen. De tijd blijkt gekomen de naam van het KWF te veranderen in de vereniging tot bestrijding van gezwelziekten. Want door dat meervoud alleen al krijg je direct een onderscheid.’ □ Bevestiging gekregen van het verhaal over de 24 mannen! Maar er is nog meer gebeurd: een lid van de Eerste Kamer heeft tegengestemd onder het motto: ‘Als zij al weduwe is van 24 mannen, vind ik het niet nodig dat ze Nederlandse wordt om nog weer een Nederlandse man te zoeken.’ □ Dat decemberstuk ‘Nederlands is rijker enz.’ heeft ons een driehonderd omschrijvingen opgeleverd als ‘motor = insect met middelbare opleiding’ en ‘jenever = treiterend wild zwijn’ en ‘pijplasser = onzindelijke kloosterling’ en ‘wat Fikkie is als hij naar buiten mag = uitgelaten’. Hartelijk dank. We zullen in de loop van het jaar naar plaats zoeken.