Twee namen voor een ding
Vraag van T.F. uit Amsterdam: ‘Hoe noemt men het taalkundige verschijnsel dat sommigen over “contra-revolutie” spreken, terwijl anderen, hetzelfde bedoelend, het over “vrijheidsstrijd” hebben?’
Antwoord: Daar is geen taalkundige term voor. Trouwens, het is geen specifiek taalkundig verschijnsel. Als het een week achter elkaar in een badplaats tijdens de vakantie regent, zal de verhuurder van badstoelen dat ‘een ramp’ noemen, maar de bezitter van de plaatselijke bioscoop ‘een zegen’. De ene jongen zal een bepaald meisje een ‘hippe vogel’ kunnen noemen en de andere een ‘slome tut’.
Vanuit eigen standpunt, bepaald door eigen voordeel, smaak, traditie, opvoeding, enz. geeft de mens aan iets een naam waarmee hij kwaliteit aanduidt, waarmee hij goedkeurt of afkeurt. Dit is een algemeen menselijk verschijnsel; het behoort meer tot het onderzoekterrein van psychologen en sociologen dan tot dat van taalkundigen. Dezen, geoefend in het opsporen en klassificeren van woorden, zullen hun het materiaal moeten bieden.
In de geschiedenis van de binnen- en buitenlandse politiek vindt men van die meer-namigheid talloze voorbeelden. Havenfaciliteiten voor vlootbasis, arbeidsreserve voor werklozen. De pers heeft in de afgelopen maanden het bericht gebracht dat in Tsjechoslowakije niet van de ‘bezetting’ mocht worden gesproken, maar van ‘de politieke realiteit’, ‘de tijdelijke situatie’ enz. Denk ook aan de oorlogsgebeurtenissen sinds 1940: frontverkorting - terugtocht enz. Er zullen wel heel weinig landen zijn waar nooit van boven af een bepaald taalgebruik aan de bevolking opgelegd werd als het om zekere politieke of militaire zaken ging.
De Engelse verslaggever James Cameron vertelt in zijn memoires (The Listener, 1968, blz. 167) over de Engelse aanval op Egypte in 1956: ‘Certain words were banned: for example: war. You weren't allowed to say we were making war on Egypt because, it seemed, we weren't.’ Tijdens de eerste persconferentie (5 nov. 1956) sprak een Engelse generaal over de ‘limited war’ die gevoerd werd. Cameron vroeg of hij dat woord mocht gebruiken in zijn verslag. Consternatie bij de generaal. Na enig nadenken verklaarde hij dat hij het woord niet had gebruikt en dat het daarom niet mocht worden gedrukt.
Sprachregelung was een beruchte term uit de nat. socialistische periode in de Duitse geschiedenis: heel bewust werd een bepaalde geraffineerde en leugenachtige terminologie verzonnen en gepropageerd om de ideologie te verbreiden. Er is, van Duitse zijde, na 1945 al een respectabel aantal artikelen en boeken aan deze Sprachregelung gewijd. (Wie zich ervoor interesseert, beginne bijvoorbeeld met C. Berning: Von Abstammungsnachweis zum Zuchtwart. Vokabular des Nationalsozialismus, Berlin 1964, of met V. Klemperer: Lingua Tertii Imperii. Notizbuch eines Philologen Berlin 1949).