De groei
van de Nederlandse woordenschat zou wel eens sterker kunnen zijn dan de afbraak. Zo maar wat nieuwe woorden volgen hieronder, toevallig uit lectuur en gesprek vergaard. (Ten overige: dat je ‘schat’ in onze taal voor zóveel zaken kunt gebruiken: schatkist, woordenschat en ‘lieveling’, kan psychologen verleiden tot een conclusie over het liefdesleven van de Nederlandstalige, zoals iemand eens ‘zonde’ bekeek in: ‘het is zonde van het geld’.) □ Fatsoensrakker is al wat jaren oud; die ‘rakker’ is niet een stoute jongen maar de knecht van de schout: voorbeeld hoe oud weer nieuw wordt. □ Zeer mooi is sleutelslaapje: even wegdutten met de sleutelbos in je hand, sleutels vallen, wakker schrikken, slaapje net genoeg om weer fris te zijn. □ Een impulsboek is een boek dat plotseling grote belangstelling van het publiek trekt. Als een uitgever een boek tot impulsboek verklaart, mag het ook buiten de ‘service biedende en voorraadhoudende boekhandel’ worden aangeboden. □ En wat denk u van het maken? Niet ‘iets vervaardigen’, maar in zinnen als ‘je moet toch weten dat je dit niet maken kunt’ of ‘wat bedoel je dat ik dat niet maken kan?’ of ‘hij en zijn makkers hebben het nog niet gemaakt’. Meestal met een ontkenning; daarvoor wordt een plan, een idee, een bewering of iets dergelijks genoemd en daarná wordt met ‘maken’ gezegd dat er niets van terecht gekomen is. □ Na de Randstad komt nu de vingerstad of het kralensnoer. □ Een leegzit is een periode waarin je niets te doen hebt (Van Dale kent leegzitten - zat leeg - heeft leeggezeten.) □
Buitengebeuren, woord aan de Nederlandse taal toegevoegd door een Ned.-Duitse televisieman. □ Als je het goed bekijkt, is clips met meervoud clipsen natuurlijk onzin Zó'n ding heet clip (Engels voor: knijper, klemhoutje; ook zo'n ouderwetse broekveer bij het fietsen heet in het Engels een clip.) Dus als het moet: clip of liever nog klip meervoud klips. □ De taalgeschiedenis heeft meer voorbeelden van dit clip-clips-clipsen: bijvoorbeeld schoe, meervoud schoen, nieuw meervoud schoenen; tee-teen-tenen. □ Het salariaat is het oude proletariaat aan het vervangen. Het salariaat is de grote groep van mensen die in loondienst zijn, om het even of ze tuinen moeten spitten of fabrieken moeten besturen. □ Let ook eens op het dubbele-bodemeffect. Laat in een discussie de ander opgewonden uitpraten en zeg dan zo langs je neus weg: ‘In wat u beweert, zit een dubbele bodem’. De kans is niet gering dat u het wint; de ander gaat dan de mist in. □ Wil je kunnen meepraten over de inhoud van televisieprogramma's dan is enige kennis van de e-schaal, f-schaal, autoritaire persoonlijkheid, selffullfilling prophecy, in-groups, out-groups, anomie niet onaardig. Het zijn begrippen uit de sociale psychologie. Altijd makkelijk er wat mee te schermen, net als een halve eeuw geleden met de complexen en de moederbindingen. Het lekengebruik van dit soort woorden is vaak gelijk aan illegaal recepten schrijven voor eigen ziekten. De uitvinders van bovengenoemde woorden zijn daarom er niet zo blij mee dat hun scheppingen gemeengoed aan het worden zijn. □ Een pseudo-event is een gebeurtenis die niet zelf nieuws is maar die op touw wordt gezet om nieuws te scheppen. □ De wetenschap die zich met de toekomst ‘in de ruimste zin des woords’ bezig houdt, heet
prognostica of prognostiek ook wel futurologie, ook wel perspectivisme, anders gezegd: long range forecasting. □ Wat een trend-