Af II
Het redactionele onderschrift bij het stukje van ir. J.A. Storm van Leeuwen ‘AF’ (april 1968) is me zo lauw voorgekomen dat ik het er niet zo bij kan laten. Als ik me de verhalen thuis goed kan herinneren dan is de aanleiding tot het oprichten van ‘Onze Taal’ geweest, het insluipen in onze spreektaal van germanismen. Wijlen mijn vader - C.K. Elout - wist het ons zeer goed duidelijk te maken als wij woorden gebruikten die naar het duits zweemden!
Nu zijn er bij de woordenlijst in het hiervoor genoemde stuk wel zoveel duidelijke germanismen dat ik niet kan nalaten hierop te wijzen.
In de woorden: afspanners, afharden, afrijpen, afrapen, afvullen, afmelken, (m.z. uitmelken), afplukken, afstrooien, afzinken, afdronk, en eigenlijk in alle verdere woorden van de lijst is het woordgedeelte ‘af’ van Duitse afkomst. We kunnen het weglaten of vervangen door een duidelijker woord.
Ik geloof dat het hoog tijd wordt, dat O.T. zich weer wat meer gaat bezinnen op deze sluipende taalinfiltratie.
Mijn vader had in het Handelsblad een rubriekje met de titel ‘Omdat het ook Duits is’.
Laten we veel minder ‘af’ gaan gebruiken omdat het ‘ab’ in het Duits er zo gruwelijk dichtbij is!
G.L. Elout, Wassenaar