Verregelmatiging
We voelen ons hoe langer hoe onzekerder. Zou daaraan zijn toe te schrijven, dat we tegenwoordig geen twijfel meer voelen opkomen, maar twijfels? Dat meervoud kwam vroeger niet voor. Had men een meervoudsvorm nodig, dan koos men twijfelingen. Dat was een ontleend meervoud; men leerde ze op school, zoals:
dank |
- dankbetuigingen |
doel |
- doeleinden |
genot |
- genietingen |
hoop |
- verwachtingen |
lof |
- loftuitingen |
onweer |
- onweersbuien |
raad |
- raadgevingen |
rede |
- redevoeringen |
wei |
- weilanden |
En soms ontdekte men op zijn eigen houtje dat er woorden zonder meervoud waren: bewustzijn, roodvonk, strijd, verdriet.
Het hedendaagse taalgebruik zet die verbod(sbepalingen)en opzij. Wij luisteren naar redes, streven doelen na, zien uit over weien. Onlangs zei een bekend geleerde en schrijver in een tafelrede: ‘ik heb twee troosten’. Twintig jaar geleden zou dezelfde man waarschijnlijk ‘een dubbele troost’ of ‘twee troostgronden’ gezegd hebben.
Het kan mettertijd blijken, dat het overveelvuldige gebruik van twijfels, in gevallen waar twijfel voldoende ware, een voorbijgaand modeverschijnsel zal zijn geweest. Wie weet. Maar nu we eenmaal gewend zijn aan die makkelijke regelmatige meervouden, zullen we ons het recht om ze te gebruiken niet meer laten ontnemen.
Enig zelfrespekt moet echter wel blijven. In diskussies over de mammoetwet is behoefte aan een meervoud van ‘bevoegd gezag’. Door een grapje van een neerlandicus is in kringen van onderwijsautoriteiten ‘bevoegde gezagen’ in zwang geraakt. Het blijve waar het hoort. In het openbaar gebruike men het enkelvoud, of ‘gezagslichamen’.
Z.