Het weggelaten streepje
Ergens verscheen een bericht over het trouwen (nee, het in het huwelijk treden) van een ‘openbare lagere schoolonderwijzeres’. Het zou me niet verbazen als de jonggehuwde iets juridisch, of haar man iets gewelddadigs tegen de auteur van deze mededeling ging ondernemen. Immers bij onderwijzeressen - om het even of ze huis- of schoolonderwijzeressen zijn - onderscheidt men geen lagere en hogere, en ‘openbare’, het synoniem van ‘publieke’, is wel het beledigendste bijvoeglijke naamwoord dat men ten aanzien van een vrouw kan bezigen.
Nu kan, in tegenstelling tot een onderwijzeres, een school heel best een openbare lagere zijn. Het is dan ook helemaal niet uitgesloten, dat de dader bedoelde: onderwijzeres aan een (of de) openbare lagere school. Had hij dat dan maar geschreven! Of, als het bepaald een aaneenlijmsel moest worden: openbare-lagere-schoolonderwijzeres. Dit is een on-Nederlandse woordlengte, maar onmogelijk is de constructie niet.
Mits de schrijver en de zetter de streepjes niet vergeten! Immers: als een bijvoeglijk naamwoord los staat van het volgende zelfstandige naamwoord, is het (zoals vanzelf spreekt) een bepaling bij dat hele woord. De Hoge Rijndijk in Zuid-Holland is de hoge (bovenwindse, zuidwestelijke) dijk langs de Rijn, en niet een dijk langs de (niet bestaande) Hoge Rijn. Een dijk langs de Kromme Rijn zou daarentegen de Kromme-Rijndijk kunnen heten, zelfs al was die dijk zelf zo recht als een kaars. Niet iedere hoge raadsvergadering is een Hoge-Raadsvergadering. Dus: schrijf goed Nederlands en laat niet het streepje weg in zijden-lampe-kappenmaaksters, ronde-tafelconferentie, Rode-Kruis-ziekenhuis, Witte-Rozenstraat, lagere-schoolonderwijzeres. (Maar vervalt u nu vooral niet in het andere uiterste, door ‘openbare-meisjesschool’ te schrijven!) De hier bedoelde regel geldt niet alleen voor bijvoeglijke naamwoorden. Piet is niet de voornaam van Heinplein, en 's niet het lidwoord van Hertogenbosch dus: Piet-Heinplein, 's-Hertogenbosch (tot er eindelijk eens een commissie komt, die Den Bosch Den Bos, en Den Haag Den Haag noemt).
Z.