Een merkwaardige zinsconstructie
In een ambtelijk stuk stond de volgende zin:
‘Daarbij komt nog, dat indien de autonomie van een orgaan, als door de werkgever bedoeld, zou betekenen dat het desbetreffende orgaan geen verantwoordingsplicht heeft tegenover een hoger orgaan, dat dan uit een bestuursoogpunt is te verwerpen.’
Het gaat hier niet om de vraag of deze mededeling niet eenvoudiger en helderder gezegd kan worden: splitsing in twee of drie stukken is mogelijk en maakt de zin beter. De vraag luidt: is de zin formeel taalkundig in orde?
Het hier cursief gedrukte dat is onderwerp van ‘is te verwerpen’. Het heeft een terugwijzende functie, dat is ‘indien de autonomie zo-en-zo zou zijn’: die veronderstelling, die opvatting, dat soort autonomie is verwerpelijk. Gemist worden kan het niet; probeert u het maar, de zin ‘loopt’ dan niet meer.
De zin kan tot een eenvoudige kern worden verkort: ‘Als de autonomie absoluut zou zijn, is dat verwerpelijk.’ In een zin met dagelijkse taal: ‘Als de reis geld gaat kosten, (dan) is dat een bezwaar’. Het gedeelte met als is de voorwaarde, dat wijst terug op ‘het geld kosten’. Mogelijk is ook een zin als: ‘Dat de reis geld gaat kosten, is een bezwaar’. Nu is het eerste stuk een onderwerpszin die afgewerkt wordt door ‘is een bezwaar’. Samenvattend moeten we constateren dat de bedoelde ambtelijke zin formeel juist is. Merkwaardigerwijs vonden we hetzelfde type zin twee keer in de jongste roman van J. Wolkers: Horrible Tango (A'dam 1967). Op blz. 77: ‘Dodie zei dat als hij niet kon geloven dat god wel eens een neger zou kunnen zijn dat kwam door een minderwaardigheidscomplex’. Op blz. 104 (let op het verschil in leestekens): ‘Hij zei dat als ze hem zouden zeggen dat het einde van de wereld nabij was, dat hem niks zou kunnen schelen’.