Om
Zouden we niet eens kunnen proberen dit onnodige en stijlverslappende woord af te schaffen? Het staat tegenwoordig in alle kranten, tijdschriften en boeken. Het lijkt een vorm van naäperij.
In O.T. (okt. 1967) las ik: ‘dan zouden we het enigszins moeten kunnen begrijpen als de Arabieren er moeite mee hebben om hun herinneringen en gevoelens, die alles te maken hebben met de staat Israël, daarvan los te maken.’ (N.R.C.).
Dit ‘om’ is hier overbodig (en althans voor mij) hinderlijk.
Men leest b.v.: ‘Een jonge Vlaamse taalgeleerde met een grote reputatie, Dr. Marc Galle, gelooft stellig dat het nodig is om ongeveer twee keer per eeuw de spelling te wijzigen.’
‘Het is een illusie om te veronderstellen dat je een ander mens zou worden, zodra je.-.. enz.’
‘Een van de voornaamste taken die de leiding zich heeft gesteld is om te proberen om de schade weer ongedaan te maken.’
In mijn boek ‘Schrijft u ook zulk Nederlands?’ heb ik een aantal van deze zinnen opgenomen. Maar de mens is nu eenmaal een naäper.
F.C. Dominicus.