Jaarverslag 1966
Het hoogtepunt van het verslagjaar was het congres op 15 oktober. Het kort daarvoor geopende nieuwe Circustheater, dat op het laatste ogenblik in de plaats moest komen van de reeds lang afgesproken Kurzaal, bleek een groot succes. Er waren even over de duizend deelnemers.
Het woord werd gevoerd door de heren prof. Stutterheim, dr. Geerars, mevr. Reumer en mevr. Van Straelen. Alle vier wisten de congresgangers op ongeëvenaarde wijze te boeien. Het was de eerste keer dat dames op een congres van Onze Taal een spreekbeurt vervulden, een feit dat in belangrijke mate bijdroeg tot het slagen van de bijeenkomst. Grote bijval oogstten ook de jonge mensen uit Brussel en Utrecht, die in de ochtend en de middag werk voordroegen en daarmede aan het congres een extra feestelijke toets gaven.
Het grootste deel van het werk van het bestuur en van het bureau was in 1966 gewijd aan de voorbereiding van het congres: de organisatie van de dag, het overleg met de sprekers, de uitnodigingen e.d. vergden veel van de beschikbare tijd.
De algemene ledenvergadering werd op 23 april gehouden; gedurende die vergadering zijn de heren Smits en Donkers bij acclamatie als bestuurslid herkozen.
Met de Belgische Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal zijn zeer vriendschappelijke contacten onderhouden; het bestuur van Onze Taal was vertegenwoordigd tijdens de jaarlijkse A.B.N.-week, die deze keer in Ronse en Lier gehouden werd. Het bestuur had ook goede contacten met het Algemeen Nederlands Verbond en was eveneens vertegenwoordigd bij de uitreiking van de Visser-Neerlandia-prijzen.
Van Baron van der Straten Waillet, die zulk een trouwe bezoeker van onze congressen was, heeft het bestuur afscheid genomen tijdens de receptie, die in september, bij zijn vertrek als Belgische ambassadeur, door hem werd aangeboden.
De directeur promoveerde op 28 juni aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de letteren, een gebeurtenis, die uiteraard ook voor het genootschap zeer verheugend was. Zijn proefschrift behandelt niet alleen de theoretische achtergronden van de taalverzorging, maar geeft ook op heldere wijze een volledig beeld van de geschiedenis en het taalbeleid van het genootschap. Het is daarom voor Onze Taal, ook voor de toekomst, bijzonder waardevol.
Een punt van discussie was gedurende enige bestuursvergaderingen de financiële toestand van het genootschap. Tot zijn spijt zag het bestuur zich gedwongen, de abonnementsprijs voor lezers en groepslezers te verhogen. Onze Taal streeft geen winstbejag na, maar daartegenover staat dat er geen verliezen geleden mogen worden.
Tegen het einde van het verslagjaar kwam bij het bestuur de verheugende en eervolle mededeling binnen dat Hare Majesteit de Koningin zich bereid verklaard had, het beschermvrouwschap van het genootschap op zich te nemen. Het bestuur zag hierin een erkenning van het werk van Onze Taal in het verleden en vooral ook een aanmoediging voor de toekomst.
De secretaris.