dat woorden op -ing volstrekt onvermijdelijk zijn. Moeten er voor regering, beperking, uitbreiding, bepaling, belasting, ontwikkeling, samenleving, verdediging, aansluiting, waarschuwing engazomaardoor soms andere woorden komen? Trouwens, van 125 zal toch zeker 20 moeten worden afgetrokken omdat de regering zichzelf telkens moet noemen. □ Het is blijkbaar niemand opgevallen dat de regering een prachtig voorbeeld heeft gegeven door niet het misselijkmakende woord non-proliferatieverdrag te gebruiken, maar door voor ieder duidelijk te spreken over ‘een verdrag ter voorkoming van verdere verspreiding van kernwapens’. □ En nu mogen anderen die niet weten hoe de tijd te verdrijven, zich werpen op het bepalen van de gemiddelde zinslengte, de gemiddelde woordlengte en het percentage vreemde woorden (zijn ‘activiteit’ en ‘positie’ e.d. eigenlijk vreemd?). Dan zou de uitkomst wel eens kunnen zijn dat de rede in zijn soort een voortreffelijk stuk is wat stijl betreft. □ Ze duiken weer op die advertenties geheel in het Engels. Regenjassen: cut with militairy precision, this belted trench coat enz. Daar staat dan nog bij ten verderen gerieve van de vreemdelingen: also at our stores in The Hague, Utrecht, Haarlem, Goes, Middelharnis and Tiel. □ Een kapper in Delft biedt per advertentie leerlingen een hoog salaris en ‘een terdege opleiding’. Grens tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord overschreden; hetzelfde vindt men in ‘een terechte opmerking’. Zelf hebben we eens ‘een onlangse publikatie’ gewaagd. We voelen er wel wat voor. □ ‘Tot de genodigden behoorden ook en waren aanwezig de burgemeester en zijn vrouw’. □ We hebben temperatuurgevoelig altijd maar een beetje verdedigd door te zeggen dat de techniek dit soort woorden nu eenmaal nodig heeft en dat de
gewone mensen nooit wijnverzot zullen worden. Maar nu heeft de Volkskrant 9-9-1967 het over buitbeluste verhuurders. Prof. Van Haeringen heeft indertijd al vermoed dat de vrees voor germanismen te ver kan gaan... □ Er valt wat voor te zeggen om de langzaam groeiende terminologie van de Geprogrammeerde Instructie kritisch te bekijken. Is dat ‘instructie’ wel juist? ‘Instructie’ heeft toch meer betrekking op vaardigheden dan op wetenschap; men zal iemand die les geeft in biologie of Grieks, geen instructeur noemen (uitzondering: de instructeurs aan de T.H.'s van ons land). Voordat het te laat is, moeten de deskundigen er eens naar kijken. Geprogrammeerd onderricht? □ Dan zitten we met item (rijmt op ‘aait hem’); sommigen zeggen al gewoon item (rijmt op ‘ziet hem’). Een item in een program is een punt, net als agendapunt: ‘De vergadering heeft een uur aan dit punt besteed’. □ Warme bakker, al een oud woord, komt er steeds meer in. □ Nu voorgesteld wordt de examens of te schaffen en er ‘objectieve studietoetsen’ voor in de plaats te nemen, lijkt het net of examens subjectief zijn. □ ‘De heer A zei het besluit van B erg te betreuren en onjuist, maar wel begrijpelijk te vinden’. Het lijkt fout maar is goed. □ Proliferatie staat niet eens in Van Dale; non wel.