Opzeggen?
Nog één keer de zin over de man die geld geleend had en die zich verbonden had om de hoofdsom terug te betalen enz. mits opzegging enz., mits steeds drie maanden enz. (Zie O.T. december 1966). Wij sluiten met de volgende bijdrage het debat.
(J. van Mierlo). Alleen bezien uit taalkundig oogpunt is er mijns inziens geen sprake van een probleem. Dat klinkt in de gegeven situatie nogal pedant maar zo is het niet bedoeld.
Het gaat hier om terugbetaling in één termijn (dit is natuurlijk een contradictio in terminis; bedoeld wordt ‘terugbetaling ineens’) die ófwel geschiedt op 1 juni 1966 óf op enig tijdstip daarna. Aangezien hier dus slechts twee mogelijkheden zijn, spitst het gehele probleem zich toe op deze simpele vraag: ‘Wat wordt met “steeds” bedoeld: “in beide gevallen” of “alleen in het laatste geval”?’
De oplossing ligt voor de hand.
Uit juridisch oogpunt bezien is er wél een echt probleem. Het gaat hier immers om een overeenkomst van geldlening (de hypotheek is daar slechts een sequeel van) waarbij partijen zich over en weer tot iets verbinden en die net als iedere andere overeenkomst kan worden opgezegd. Blijkbaar zijn ‘onze’ partijen een opzegtermijn van drie maanden overeengekomen. ‘Opzegging’ is een neutraal woord, met ‘opeising’ wordt kennelijk opzegging door de schuldeiser bedoeld.
Zowel opeising als opzegging hebben voor de schuldenaar tot gevolg dat hij de hoofdsom respectievelijk het restant daarvan moet terugbetalen (de hypotheek vormt dan voor de schuldeiser de garantie dat hij ook bij nalatigheid aan zijn trekken komt).
Met de aanhef van de ‘probleemzin’ kan dus niet bedoeld zijn dat de schuldenaar zich verbindt om na tijdige opzegging of opeising terug te betalen want die verplichting wás er al.
De enige zinnige uitleg die ik eraan kan geven is deze: het is voor de schuldenaar erg onplezierig als hem van het begin af aan steeds de dreiging van opzegging boven het hoofd hangt, daarom heeft hij van de schuldeiser de toezegging gevraagd - en verkregen - dat deze niet eerder zal opzeggen dan tegen 1 juni 1966. Wat volgt op het woord ‘onverminderd’ is mijns inziens franje. Vooropgesteld dat de opzeggingstermijn reeds elders op drie maanden is gesteld, kan de gehele duistere passage mijns inziens het best vertaald wor-