beïnvloeding door het Engels, als geschiedt deze beïnvloeding dan ook min of meer indirect!
Nog een ander voorbeeld: het woord ‘Peruviaans’. Vóór 1945 zei men algemeen ‘Peruaans’, maar onder Engels-Amerikaanse invloed is dit gewijzigd. Zou men nu dan ook maar moeten gaan spreken van ‘Noorwegiaans’ in plaats van ‘Noors’?
De heer v. B. pleit voor een gestandaardiseerde schrijfwijze van aardrijkskundige namen. Op zichzelf is dit zeker geen onaantrekkelijk idee, maar is het ook uitvoerbaar? Hoe denkt men over het veranderen van b.v. Parijs in Paris, Berlijn in Berlin, Wenen in Wien, Milaan in Milano? Moeten wij Finland dan Suomi gaan noemen, en heet Albanië voortaan Shqiperia in onze nieuwsberichten? En wat moet het buitenland beginnen met b.v. een naam als 's-Gravenhage, met of zonder verbindingsstreepje? Of geldt het aanpassen van de spelling alleen voor Nederland, en behoeven andere landen dit niet te doen? Het is maar een vraag. Overigens zijn wij Nederlanders, lijkt mij zo, reeds internationaal genoeg ingesteld (soms wel eens te veel) en mogen wij best een héél klein beetje nationalisme overhouden, zonder daarbij enghartig te zijn. Als wij zo onze spelling van buitenlandse namen vergelijken met die in andere talen (vgl. Mailand, Genf, en het Eng. ‘Leghorn’ voor Livorno), dan slaan wij nog niet zo'n erg slecht figuur. Het lijkt mij dan ook nogal voorbarig, te stellen dat wij ons moeten aanpassen bij het buitenland, dat op dit gebied met dezelfde problemen te maken heeft, en dat zeker niet bereid zal zijn om aardrijkskundige namen van Nederlandse oorsprong ook steeds in het Nederlands te schrijven.
J. Vonk, Utrecht.