de onzekerheid, de weifeling is te verklaren, vooral daar het resultaat van de keuze zwart op wit moet komen te staan.
Het is eigenlijk jammer dat op zo'n essentieel punt in ons schriftelijk taalgebruik - de aanduiding met hij, zij en het - onzekerheid schering en inslag blijkt te zijn. Zou er niet veel meer vrijheid moeten zijn om ons natuurlijke taalgebruik in dezen te volgen? Is het niet al te dwaas dat we zonder moeite iets kunnen zeggen, maar pas na weifeling kunnen schrijven?
De Woordenlijst noemt radio mannelijk en televisie vrouwelijk. Dus over de radio: hij is draagbaar (d.w.z. het ding, het toestel), èn: hij is belangrijk (d.w.z. de omroep, de inrichting). Over de televisie als abstract begrip: zij is invloedrijk. Volgens het voorschrift zou men ook moeten schrijven over de televisie als ‘ding’, als ‘toestel’; wij hebben haar laten repareren... Het lijkt me dat dit laatste nooit uit een gewone hollandse mond kan komen.
T.F.