Guur en onguur
Het woord guur kennen we tegenwoordig alleen nog in verbindingen met meteorologische begrippen: guur, weer, een gure wind, een gure zomer. Guur is het tegenovergestelde van liefelijk, aangenaam. Maar hoe kan onguur precies hetzelfde betekenen?
Van beide woorden is onguur het oudste: het is de ontkenning van het liefelijke (in de middeleeuwen ‘gehure’, vergelijk daarmee het tegenwoordige Duitse ‘geheuer’). Men neemt aan guur van onguur gemaakt is. Het voorvoegsel on had vroeger ook een versterkende betekenis: onguur werd opgevat als ‘zeer guur’, met het gevolg dat on- gemist kon worden en guur ontstond.
Onguur heeft een ruime toepassing: een onguur type, ongure blikken, ongure taal.
(Een andere vraag over -on is: hoe kan ondier hetzelfde betekenen als onmens? In ondier is een echte ontkenning: het is geen dier meer maar een on-dier, een monster. Zo ook bij on-mens. In overdrachtelijke zin is dan een on-mens ook een on-dier.)
Dat on- vroeger ook een versterkende functie had, kunnen we nog steeds zien in onkosten welk woord niets anders betekent dan kosten. Wie een voldoende voor Duits op school heeft gehad, weet zich waarschijnlijk nog wel Unmenge en Unzahl te herinneren. Het begrip ‘ontaarding van wat in het grondwoord wordt gezegd’ vindt men niet alleen in ondier en onmens, maar ook in woorden als onding, onkruid, onraad, onweer. Men zou ‘onkosten’ zo ook kunnen opvatten: onaangename kosten (WNT).
Tot slot: vergelijk de klemtoon in ‘onguur’ en ‘ondier’.