Vroeger
werden wel eens bezwaren gehoord tegen u bent. Het zou op onaangename wijze herinneren aan we benne, of mooier nog: me benne. Dit nu is een volstrekt verouderd bezwaar: u bent is correct en beschaafd Nederlands. Aan uitspraken wat nu ‘beter’ is: u hebt-heeft, bent-is, kunt-kan enz. wagen we ons niet meer. We kennen geen enkel middel om iemand ervan te overtuigen dat het een ‘beter’ is dan het ander. In eigen omgeving horen we het meest: u bent en u hebt. □ Op het stadhuis, op kantoor, op het station; eigenaardig genoeg komt dit op (= in) nooit voor bij in betekenis verwante woorden als winkel en woonhuis. Niemand denkt aan het dak, als een burgemeester zijn gasten op het stadhuis ontvangt. Luister eens naar wat de mensen zeggen: hij is op de zaak; hij werkt op Binnenlandse Zaken. In de Nederlandse les hebben we gedichten van Hooft moeten lezen, waaronder stond dat ze geschreven waren ‘opt huis te Muiden’.
Het grote Woordenboek der Ned. Taal (deel XI, 1910) wijdt bijna zevenduizend regels met zeer kleine letters aan de betekenis van het gebruik van op. Dat wil zeggen dat we ongeveer twee hele jaargangen van Onze Taal zouden nodig hebben om u precies te vertellen wanneer je in ons land op gebruikt... □ Kritiek op het voorschrift van de C.T.T. dat uitvullen uitgieten of uitschenken moet zijn. Er zijn schrijfmachines die de regels even lang maken; dit proces noemt men uitvullen (een regel vullen is weer wat anders). Je kunt de schrijfmachine niet laten uitgieten of uitschenken. □ Over kalkoenen nog een kroniek (1551) die vermeldt dat schipper Antheunis Mulock uit Cabo Viride (Kaap Vert) de eerste ‘kalkoensche hoenderen’ naar Zierikzee heeft gebracht. □ De Nederlandse meervoudsuitgang -en komt behalve bij lift ook nog voor bij box, bus en plug. □ Wie gedegen in de betekenis ‘degelijk’ afwijst (de woordenboeken doen dit niet) en het wel aanvaardt in verbindingen als ‘gedegen goud’ en ‘ijzer in gedegen toestand’, is eigenlijk inconsequent. ‘Gedegen’ van metalen is ook naar Duits voorbeeld gevormd. □ Een uitgang ‘-istisch’ kennen we niet. Byzantinistisch komt van byzantinisme, byzantijns van Byzantium; zo ook amateurisme-amateuristisch. □ Uit in grote letters bij de afritten vinden we wat vreemd. Waarom niet af? We gaan toch van de weg af en niet uit. □ De s in responsie is niet een in een Frans woord (réponse) gesmokkelde letter, maar komt rechtstreeks uit het Latijn. □ Aan de grote prijsvraag van De Tijd (Nederlands zoeken voor allerlei Engelse termen) moeten we nog eens uitvoerige aandacht besteden. Voorlopig
deze: wijfjeslijmer (lady-killer), spieromaan (bodybuilder), elfenhesje (babydoll). □ Behalve het raadsel van de arrestant en de analysant, die niet arresteert en analyseert, is er de bediende die niet bediend wordt... □ In Nederland sterven de bedienden stilaan uit. In Vlaanderen leven ze nog. □ Escalatie hangt met scala (trap, ladder) samen: veel meer dan uitbreiding betekent het eigenlijk niet, maar het heeft wel in de politiek een specifiek gebruik gekregen. □ Voorzetsels zijn zo lastig te vangen in een regelhok. Voelt u iets voor de volgende redenering? Als je vraagt naar meneer X en je krijgt als antwoord: ‘Hij is met vakantie’, betekent dat: hij hoeft niet te werken, hij heeft verlof. Hij kan dan rustig in zijn achtertuintje zitten zonnen. Hoor je: ‘Hij is op vakantie’, dan moet dat zijn: hij is weggetrokken, hij maakt een vakantiereis. □ Dispensers heten officieel afgeefinrichting. Een melktoemeetkast? □ Churchill over Engelse schoolkinderen: ‘Naturally I am biassed in favour of boys learning English. I would make them all learn English: and then I would the clever ones learn Latin as an honour, and Greek as a treat. But the only thing I would whip them for is not knowing English. I would whip them hard for that’. □ Wie weet waar perpoenpaal vandaan komt? Met dit woord worden in Terneuzen de paaltjes bedoeld die langs de glooiing van de zeedijken tussen de bazaltblokken zijn geplaatst.