Opmerkingen
1. Een gemeentebestuur dat jonge kiezers bijeen wilde brengen, legde hun een formulier voor waarop punt één begon: ‘Hierbij deel ik u mede...’ en punt twee luidde: ‘Door mij wordt wel een introducé(e) meegenomen.’ Een ambtenaar, niet de redacteur van dit formulier, vroeg mij of dit overgaan van de bedrijvende in de lijdende vorm wel toelaatbaar was. Ik heb geantwoord: waarom niet, van wie niet? Ja, 't is toch een taalregel? Hij vergeleek ermee het overgaan van de ene tijd in de andere. Mij lijkt dit een onuitroeibaar bijgeloof te zijn, gepropageerd door een verstandelijk taalonderwijs. Natuurlijk had punt twee kunnen luiden: ‘Ik zal een i. meenemen’. Is dat mooier, eleganter? Ik vermoed dat het de redacteur juist wat vreemd klonk.
2. Liefhebbers van spotnamen en andere curieuze benamingen maak ik attent op: dr. E. Laurillard, Op een stoel door uw land, bijzonderheden van vaderlandsche plaatsen en plaatsnamen (1901) en het zesdelige werk van Jozef Cornelissen: Nederlandsche volkshumor op stad en dorp, land en volk.
G.J. Uitman (Zeist).