‘Armhartig kruimelwerk’?
In het algemeen doet het Genootschap er m.i. verstandig aan met zich buiten spellingkwesties te houden, hoe belangrijk die ook zijn doordat ze ons leven vergemakkelijken, vooral het stuk ervan dat tussen schoolmuren ligt. Onderwijzers en taalleraren verknoeien waarschijnlijk driekwart van hun tijd aan zinloze spellingdwaasheden die onder de schuilnaam ‘(Nederlandse) taal’ op de rooster staan.
Allereerst dit: praktisch alle weerstanden tegen spellingsanering zijn een gevolg van geestelijke luiheid en wenzucht. Maar een mens zou wel gek zijn als hij ronduit toegaf: ‘Ik verwerp spellingsanering met hartstocht want ik ben een vijand van elke verandering.’ Dat is veel te eerlijk; de kans bestaat bovendien dat de verwerpers de ware grond van hun verzet niet ontdekt hebben en zelf in hun kamoeflage-argumenten geloven: ‘Een nieuwe spelling staat lelijk.’ ‘U pleegt een aanslag op de gaafheid van onze moedertaal.’ ‘U maakt het lezen van oude geschriften onmogelijk; u bent een kultuurbarbaar.’ ‘U bent inkonsekwent: waarom schrijft u niet kamoeflaazje? Ik houd niet van halve oplossingen zoals de uwe; dán liever ineens alles verbeteren.’ ‘Uw spelling is vulgair!’ Enz.
De spellingsaneerder heeft dus met predikheren en predikanten gemeen dat hij de mensen moet vragen om ‘in 't eigen hart te kijken’ en om een zelfoverwinning te behalen. Zulke verzoeken maken hem impopulair maar het heeft geen zin om de waarheid te verzwijgen. Alleen eerlijkheid en openheid maakt een spellingsanering mogelijk.
Vanzelfsprekend suggereert dit geen oneerlijkheid bij de schijver van het stukje Fonologische spelling op blz. 30v. van deze jaargang. Het is alleen een aanloop tot een bestrijding van dit artikel. ‘Dat een “foutdichte” spelling voor onze taal niet bereikbaar zal zijn’ is volkomen juist. Inderdaad is er een speciale letter nodig voor de sjwa, en die kan er komen; ‘dat we niet allemaal volgens dezelfde norm spreken’ steunt die onbereikbaarheid maar voor een heel klein deel; dat een aantal leenwoorden zich aan een fonologische spelling onttrekt, is volkomen juist.
Geen enkele regenjas houdt ál het water tegen; dan maar liever geen regenjas gebruiken? Geen enkele luchtzuiveringsinstallatie houdt álle verontreinigingen tegen; dan maar niet zulke installaties gebruiken? Geen enkele ruit houdt álle kou tegen; dan maar geen ruiten meer gebruiken? Of beter nog: dan alle gaten in regenjassen maar open laten, dan maar vrede nemen met alle storingen in luchtzuiveringsinstallaties, dan maar alle kapotte ruiten laten zitten?
Met belangstelling verneemt de lezer aan het slot van Z. z'n artikel dat een lyceumleerling al lang voor 1928 voor een - volmaakte? - fonologische spelling gepleit heeft. Maar vanwaar dan de boze slotuitval dat ‘wie minder radikaal te werk wil gaan’ z'n eigen voorstel ‘hoogstens, met een uitdrukking van Staring, armhartig kruimelwerk’ mag noemen?
Z. vertelt weinig nieuws (op die slotmededeling na) en omgekeerd vertel ik Z. - dunkt me - niet nieuws als ik zeg dat fonologische spelling enkel betekent ‘niet-historiserende’, ‘niet-fonetische’ spelling; anders gezegd: ‘spelling die de laatste inzichten van de foniek zoveel mogelijk verwerkelijkt’.
Akkoord: er blijft een onvatbare rest over, maar we zijn nog láng niet zover dat we die bereikt hebben. De piramidale inkonsekwenties van de gebruikelijke spelling zijn op een heel groot aantal punten te verbeteren zonder dat we op punten stuiten waar de topfonologen elkaar heftig bestrijden.
Het is - aldus onze onwetenschappelijke spelling van nu - hand met een d omdat het meervoud handen een d-klank laat horen. Het is web met een b omdat het meervoud webben een b laat horen. Het is vaaz en diev omdat... nee nee, hier hebben de z van vazen en de v van dieven plotseling geen enkele waarde als argument.