Ondanks alle aandrang
doen we geen enkele poging om happening te vertalen. U mag het als een Nederlands woord gaan beschouwen als u wilt; weinig woorden, (zelfs niet teach-in) hebben zo de wind in de zeilen gekregen als dit. Waarom niet een stap verder en er heppening van maken? De vertaling van happening met gebeurtenis is van ongeveer dezelfde kwaliteit als die van Lieverdje met Little darling. □ In Groningen schijnt men van stadjers te spreken; dat zou passen bij Lelystad. Maar hoe heten dan de kleine Lelystadjers? □ Milkdispenser. Gevonden: de kunstkoe, het melkmeisje en (in het tijdschrift Landbouwdocumentatie 1964, blz. 574) melktapkast. □ Een Amsterdammer weet met zekerheid te vermelden dat in zijn jongenstijd de kluivenduikers degenen waren die kluiven uit de snert visten. Dat waren ‘mannetjes die de handigheid bezaten om prettige bezigheden tot zich te trekken’. □ Gehuwde dames kunnen voor halve dagen in een chocoladefabriek te werk gesteld worden als chocoleuses. Voor de textiel- en olie-industrie zijn, helaas, de tricoteuses en de petroleuses niet meer bruikbaar: ze zijn historisch te zwaar belast. □ We hebben het verwijt gehad (O.T. febr. 1966). En dan te weten dat wij indertijd een ‘standsverschil’ in de taal signaleerden: we hebben een cadeau gehad-gekregen. Daarom een verdient verwijt gekregen. □ Het monument voor Van Dale is er al sinds 1924: een borstbeeld in een plantsoentje op de wal van Sluis. Iemand heeft over dit monument ergens gelezen: ‘Hij kijkt uit het steen niet met het strenge gelaat van een schoolvos. Zijn gezicht is jong en zuiver en er rust een glimlach op.’ De eerste helft van dit compliment (schade aan derden) zou Van Dale niet gewaardeerd hebben, volgens de vinder van het citaat. □ Over
zeuven merkt een predikant nog het volgende op. Van de preekstoel hoort men soms: wij zingen gezang... en daarvan het zeuvende couplet. Hij meent dat zeuvende hier zeker onnodig is en dat men bij een gezang niet van coupletten spreekt maar van verzen. □ Reclamemannen moeten spitsvondig zijn. In een reclame voor voorjaarskleding gelezen: ‘En nu maar lentenieren!’ Voor zoiets moesten we eigenlijk een medalje ter beschikking hebben. □ Medalje? Woordenlijst blz. 312 schrijft voor medaille. Ja, maar je weet nooit wat er gaat gebeuren: blijkens persberichten zal er nog dit jaar een nieuw besluit aangaande de spelling van bastaardwoorden komen. □ De uitspraak boss-ch-age is juist; dit staat nu wel vast. Men mag die ch-klank geen spellingsuitspraak noemen. Veel Waalse Brusselaars spreken de x in het Franse woord Bruxelles als ks uit. Is dat spellinguitspraak? □ Van Dale geeft op analysant, analysante als ‘persoon die een psycho-analyse ondergaat’. Er zijn psychiaters die daartegen protesteren: zij hebben het over analysanden (en soms zelfs over analysandi). Dat betekent dat het enkelvoud analysand(us) zou moeten zijn: de persoon die geanalyseerd moet worden (vgl. doctorandus). Een handboek over psycho-analyse schrijft: ‘De analysand neemt plaats op een ligstoel’. (Westerman Holstijn, Grondbegrip der Psychoanalyse, 3e druk, blz. 27). Taalkundig zou analysant op een lijn met arrestant gezet kunnen worden. □ Dan was er een Kamerlid die bij het historische debat van juni duidelijk liet merken dat hij niet begreep wat de minister met insisteren bedoelde. □ Wat met een clean room bedoeld is, weten we: high standards of environmental control and cleanliness necessary to meet exacting operations enz. Bestaat er een
Nederlandse vakterm voor? □ Een vraagteken voor de (op-een-na) laatste zin van deze rubriek geeft beter dan een uitroepteken de stand van het moderne Nederlands weer: de taal - zoals iemand giftig zei - die zo weinig Nederlands in haar woorden doet.