Revelaar
Vóór de Russische revolutie (misschien ook nog daarna) werd uit Rusland veel lijnzaad, bestemd voor zaaizaad, in Nederland - in elk geval in Zeeland - en misschien ook in België ingevoerd.
Het was verpakt in houten vaten en werd daarom tonzaad genoemd. Het kwam blijkbaar uit Riga, want het werd in de advertenties in de landbouwbladen en in de regionale pers aangeboden als ‘Riga tonzaad’. Wat ‘revelaar’ betreft vind ik niet veel meer in mijn herinnering dan dat het een ander soort vlaszaad was. Ik neem op gezag van O.T. aan, dat het de eerste nabouw van Riga tonzaad, en dat ‘revelaarskind’ de tweede nabouw was. Ik veronderstel dat de naam van Reval komt, een van de andere lijnzaad-exporterende Oostzeehavens. De verdwijning van de a uit Reval is geen probleem. Vercoullie kent n.l. ook revelduits (‘genoemd naar de Estische stad Reval’). Bredero gebruikt dit ook al in pejoratieve zin.
Overigens kent Vercoullie revelaar niet, evenmin als trouwens Brouwers. Dat ik het mij uit de Vlaschaard niet herinner, zegt niet veel.
't Zeeuws woordenboek noemt zowel ‘revelaer’ als ‘revelaerskind’ onder ‘vlaszaed’. Het vermeldt daarbij ook ‘tonnezaed’ (zonder bijvoeging van Riga). De korenbloemen die mee opgroeiden uit het zaad waarmee het tonzaad verontreinigd was, werden op Schouwen ‘tonneblommen’ genoemd.
't Is denkbaar dat ‘revelaar’ z'n naam ontleent aan Reval als zijnde wellicht aanvankelijk uit die plaats geïmporteerd. Estland zou dan (evenals Nederland) Riga tonzaad geïmporteerd hebben en de eerste nabouw daarvan in de handel hebben gebracht. Als de Nederlandse vlasverbouwer later zelf zijn zaaizaad voortkweekte, zou hij zijn eigen nabouw als gelijkwaardig aan de import uit Reval, revelaar kunnen genoemd hebben.
E.