‘Zeuven’
De ongelukkige gewoonte om in telefoongesprekken ‘zeuven’ in plaats van gewoon ‘zeven’ te zeggen, die al vroeg ook in radio-reportages doordrong, heeft zich in de laatste jaren ook tot de televisie uitgebreid. In mijn jeugd, tijdens en kort na de eerste wereldoorlog, is mij verteld, dat de uitspraak ‘zeuven’ diende ter onderscheiding van ‘negen’, omdat ‘zeven’ over de telefoon teveel op ‘negen’ zou lijken. Dezelfde verklaring gaf men later, toen de radio zijn intrede deed, voor het gebruik ook bij dit medium.
Daargelaten of voor de telefoon van onze tijd het gebruik van ‘zeuven’ ter voorkoming van vergissingen nog nodig moet worden geacht (persoonlijk geloof ik dat niet), is het handhaven daarvan voor onze hedendaagse geperfectionneerde radio volstrekte onzin. Dit spreekt vooral duidelijk, als men zich realiseert, dat bijv. bij radio-nieuwsuitzendingen en reportages telkens ‘zeuven’ wordt gezegd, maar dat - uit de aard der zaak overigens - in een hoorspel dit misbruik achterwege blijft en men gewoon ‘zeven’ pleegt te spreken conform de tekst.
Nog dwazer is het, dat deze taalverminking nu ook bij de televisie is ingeslopen. Terwijl men zich vanzelfsprekend in een t.v.-spel daarvan onthoudt, vinden commentatoren, ‘quiz’-leiders enz. het herhaaldelijk nodig om ‘zeuven’ te zeggen.
In aanmerking genomen de invloed van radio en t.v. op de moderne samenleving mag men zich bijna gaan afvragen, wanneer ‘zeuven’, althans door bepaalde lieden, ook in het dagelijks spraakgebruik zal zijn aanvaard.
Dr. H.K.J.C. (Utrecht)